Over de drie wintermaanden december, 1962 en januari en februari, 1963 was er een gemiddelde temperatuur van -3,1 graden (+2,6 graden is normaal).
Op veel plaatsen vroor het bijna drie maanden achtereen elke dag.
Tijdens de jaarwisseling waren er zware sneeuwstormen en in het hele land raken dorpen geïsoleerd en veel noord-zuid verbindingen worden bedolven onder dikke lagen stuifsneeuw tot duinen van 2 tot 3 meter hoogte.
Januari 1963 was met gemiddeld -5,3 graden uitzonderlijk koud.
Met -3,4 graden was ook februari zeer koud.
Daarna volgden dagen waarop het ’s ochtends 10 tot 20 graden vroor.
De pers schreef toen het volgende over de hulp van het leger:
Misschien is het voor het eerst in de geschiedenis van ons land dat iedereen zonder uitzondering een goed woord heeft gehad voor het leger.
Omdat het een van de zeldzame keren geweest is dat het leger zijn ervaring en kunde ter beschikking van de burgerbevolking stelde.
Radiojeeps van het 62e Artillerie werden ingezet om konvooien met steenkool veilig naar hun bestemming te gidsen.
Bij de eigenlijke verdeling van de steenkool werden tot nu toe geen militaire vrachtwagens gebruikt, omdat de autoriteiten de toestand „nog niet ernstig genoeg” vonden.
We hopen van harte dat die toestand nooit zó erg wordt. We vonden het nu al welletjes! (Diverse bronnen en Panorama 19 februari 1963)


