Het waren toen topdagen voor de Hotsy Totsy, bijna elke avond kwam Jan Hoet met één of andere kunstenaar.
Tot ver over onze grenzen werd over zijn expositie gesproken.
Niet minder dan 250.000 bezoekers zakten af naar Gent voor Over the Edges
De openluchttentoonstelling in 2000 die een beetje de voorganger van Track is – ging de geschiedenis in als de expositie van de hamzuilen van Jan Fabre.
Fabre had de acht Corinthische zuilen van de universiteitsaula in de Voldersstraat met 600 kilogram gerookte ham bekleed. Het waren net gevilde benen.
Het werk lokte meteen protest uit en was voorpaginanieuws.
Terwijl mensen honger lijden, wordt hier met eten gemorst of Geen kunst maar wansmaak, was de teneur van het protest.
Jan Hoet verdedigde de vrije meningsuiting van de kunstenaar: de ham was een metafoor voor de vergankelijkheid van het vlees.
Met het werk wilde Jan Fabre de relatie tussen vlees en skelet aftasten, luidde het verder.
Zowat iedereen mengde zich in de discussie: van de slager tot de juwelier.
Ook BV’s en de Gentse gemeenteraad gooiden zich in het debat.
De zuilen met hun kleed van Ganda-ham waren een maand lang het gespreksonderwerp in de Arteveldestad.
Er werden zelfs speciale bewakers ingezet om de zuilen en hun vlezige jasjes te beschermen tegen vandalen. Uiteindelijk kregen bacteriën en bederf de ham klein.
In de hele stad waren opmerkelijke werken te zien, zoals Transparity, een opmerkelijk glas-in-loodraam dat Wim Delvoye in de Norbertijnenkapel had gemaakt.
Op het Sint-Michielsplein stond een naakte reus. Het ging om een cycloop, een reus met één oog, in het midden van het voorhoofd.
Een werk van de Italiaan Marco Boggio Sella.
Op de Korenlei kletterde om de drie minuten een bord op de grond. In een kamer op de eerste verdieping werd ruzie gemaakt door een koppel.
Niet minder dan 10.000 borden sneuvelden. ‘Een huishoudtafereel op de hoek van de straat’, noemt de Franse kunstenaar Patrick Lebert zijn werk. (Diverse bronnen, Wikipedia en het Nieuwsblad)



