



Foto's, en reportages en voor 95 % niet terug te vinden op Google uit ons ver verleden, over Gent, Vlaanderen, film, muziek, sport, politiek en zoveel meer uit tijdschriften en kranten en jaarboeken. Vanaf de jaren 1900 tot en met gisteren. Meer foto's en artikelen terug te vinden op onze Fb groep Gisteren nog vandaag en de Fb groep Weetjes over popmuziek
Prins Lodewijk Napoleon (bekend als Louis Napoléon Bonaparte) was de zoon van Napoleon Victor Bonaparte en Clementine van België, de jongste dochter van Leopold II.
Aangezien leden van voorheen regerende geslachten destijds uit Frankrijk waren verbannen, groeide hij op in België en bracht hij ook tijd door bij de bejaarde keizerin Eugénie, de vrouw van Napoleon III, in het Verenigd Koninkrijk.
Zijn opleiding ontving hij in Leuven en Lausanne.
Nadat premier Édouard Daladier had geweigerd hem in Franse dienst te laten treden, nam hij dienst in het Vreemdelingenlegioen.
Na de wapenstilstand van 1941 keerde hij terug naar Zwitserland, waar hij destijds verbleef.
In 1942 werd hij door de Duitsers gearresteerd, maar later vrijgelaten.
Hoewel onder beperkingen wist hij lid te worden van de Organisation de résistance de l’armée, waar hij diende in de Karel Martel-brigade. Na de oorlog verhuisde hij naar Parijs, hoewel de verbanningswet pas in 1950 werd ingetrokken.
Lodewijk deed zaken in de Franse en Belgische koloniën in Afrika en wijdde zich ook aan de sport, motorracen – hij was voorzitter van de Association Sportive de l’Autoclub – en wintersport.
Al sinds de dood van zijn vader in 1926 was hij troonpretendent.
Lodewijk huwde op 16 augustus 1949 met Alix de Foresta (4 april 1926).
Uit het huwelijk werden vier kinderen geboren:
Karel Marie Jérôme Victor (1950), gehuwd met Béatrice van Bourbon-Sicilië, dochter van Ferdinand, hertog van Castro
Cathérine Elisabeth Albérique Marie (1950), gehuwd 1) met Nicolò San Martino d’Agliè dei Marchesi di Fontanetto en 2) met Jean Dualé
Laure Clémentine Geneviève (1952), gehuwd met Jean-Claude Leconte
Jérôme Xavier Marie Jozef Victor (1957)
Per testament onterfde hij zijn zoon Karel Napoleon vanwege diens scheiding van prinses Béatrice van Bourbon-Sicilië, waarmee Karels zoon Jean-Christophe Napoléon pretendent werd.
Louis Napoléon Bonaparte kwam te overlijden op 3 mei 1997.(Diverse bronnen en De Post 6 augustus 1972)
Zijn vader was advocaat in Brussel en de jonge Paul was voorbestemd voor de architectuur.
Hij volgde daartoe de Brusselse Academie, maar kreeg tezelfdertijd een opleiding in het schildersatelier van Constant Montald, net als zijn tijdgenoot René Magritte.
Begin van de jaren dertig laat de kunstschilder zich onder andere inspireren door de Zuidfoor in Brussel en het Spitznermuseum.
Het surrealisme ontdekt hij in 1934 door het werk van de kunstschilder Giorgio De Chirico, The Melancholy and mystery of a street .
Hij schildert vervolgens de serie Femmes en dentelle en stelt zijn werken in 1938 tentoon op de Internationale Expositie van het Surrealisme in Parijs.
Delvaux schildert de vrouw, het mysterie, droombeelden en -werelden, de bezinning en de eenzaamheid
Hij waagt zich ook aan grote muurschilderingen, zoals in het Congrespaleis in Brussel of het Zoölogisch Instituut in Luik.
In 1954 nam hij deel aan de XXVIIste Biënnale van Venetië. De Italiaanse Reggio Emilia-prijs viel hem te beurt in 1955. In 1956 reisde hij naar Griekenland, het land van zijn zo vaak geschilderde tempelgalerijen.
Op 5 juli werd hij opgenomen in de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.
Tien jaar later ontving hij de Belgische Staatsprijs voor zijn gezamenlijk werk en werd hij benoemd tot Voorzitter van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.
Vanaf 1966 woonde hij al de helft van het jaar in het Park te Veurne. Henri Storck realiseerde in 1971 een nieuwe film: Paul Delvaux ou les femmes défendues, ditmaal naar een draaiboek van René Micha.
De Franse Académie beloonde hem als Officier de l’Ordre des Arts et des Lettres de France in 1972.
In 1973 ontving hij de Rembrandt-prijs van de Johann Wolfgang von Goethe-Stiftung te Bazel.
Tezelfdertijd organiseerde het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zijn grote overzichtstentoonstelling. Deze expositie werd hernomen, het jaar daarop, in Japan, in de Nationale Musea van Tokio en van Kioto.
In het Beurs-metrostation, te Brussel, maakte hij de monumentale wandschildering, in 1978.
Dat jaar werd hij ook ereburger van de stad Veurne.
De Brusselse Université Libre nam Paul Delvaux op als Doctor Honoris Causa in 1979.
De Amerikaanse pop-kunstenaar Andy Warhol ontmoette Delvaux te Brussel, in 1981, en maakte een reeks portretten van de schilder.
Op 26 juni 1982 werd te Sint-Idesbald het Paul Delvaux Museum geopend.
In de 10 jaar voor zijn dood volgden nog exposities in Parijs, Ferrara, München, Tokio, Osaka, Yokohama en Himeji. (Diverse bronnen en Wikipedia)