Albert Servaes werd in april 1883 geboren in Gent.
Servaes werkte aanvankelijk als handelsreiziger.
Hij volgde in de jaren 1901 en 1902 avondlessen aan de Academie voor Beeldende Kunst (Gent)In 1905 trok hij naar Sint-Martens-Latem waar hij zich in een houten keet vestigde.
In Latem leerde Servaes een aantal kunstenaars kennen zoals Gustave Van de Woestyne en George Minne.
Hun religieussymbolistisch oeuvre inspireerde Servaes, maar tegelijk ging hij op zoek naar een eigen beeldtaal die brak met het werk van deze eerste Latemse kunstenaarsgroep.
Een zeer donker kleurenpalet en een expressieve verftoets werden zijn handelsmerk.
Met zijn werk beïnvloedde Servaes onder meer kunstenaars zoals Constant Permeke en Albert Saverys.
De expressieve stijl die Servaes vanaf 1910 ontwikkelde, kwam tot een hoogtepunt in de reeksen die hij in de periode 1918-1922 maakte rond het Passieverhaal en de Kruisweg van Christus.
Ook al werd dit werk verworpen door de Rooms-Katholieke Kerk, het bevestigde zijn reputatie van moderne kunstenaar die religieuze thema’s herinterpreteert, net als tijdgenoten Emil Nolde in Duitsland en Georges Rouault in Frankrijk.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, in 1917 gaf hij opdracht aan architect August Desmet om op de plaats van een 18de-eeuws boerderijtje een woonhuis en atelier te bouwen.
In het ontwerp inspireerde architect A. Desmet in samenspraak met Servaes zich op romaanse kloosterarchitectuur en de traditionele hoevebouw.
Het Torenhuis, naam van het pand draagt het jaaranker 1917, maar werd pas na het einde van de oorlog, in 1919, voltooid.
In 1982 verkocht Piet Servaes, zoon van de schilder het pand.
Na de verkoop van het huis werd de atelierwoning omgebouwd tot hotel.
Vanwege sympathieën die hij openlijk koesterde voor de Duitse cultuurpolitiek tijdens het nationaalsocialisme.
Uit angst voor juridische vervolging, verliet hij in 1944 ons land en vestigde zich in 1945 te Lüzern en verwierf hij in 1961 de Zwitserse nationaliteit
In 2005 was hij ook een van de kansmakers op de titel De Grootste Belg, maar haalde de uiteindelijke nominatielijst niet en strandde op nr. 71 van diegenen die net buiten de nominatielijst vielen.
Servaes is de overgrootvader van Valerie De Booser. (Diverse bronnen, Museum Dhondt-Dhaenens, De Post 30 april 1961 en Wikipedia)


