60 jaar geleden, te gast bij Antwerpenaar Peter De Maerel in New York (deel 2, Panorama 10 december 1963).

In een artikel in februari 1958 in de krant The New York Times lezen we zijn kwaliteiten als gastheer.

De krant schreef toen het volgende: Peter De Maerel etentjes zijn onvergetelijke gelegenheden.

Misschien is zijn geheim tot succes de intelligente manier waarop de heer De Maerel, hier directeur van het Belgisch Bureau voor Toerisme en ambtenaar van de Wereldtentoonstelling in Brussel, de menu’s van zijn geboorteland België aanpast aan de smaken en eetlust van New York City.

Buiten gastheer was hij vooral een kunstkenner en kunstverzamelaar.

Zoals zijn vrienden was hij goed bevriend met René en Georgette Magritte.

Ze brachten op 8 december 1965 een bezoek in New York.

In 1963 beweerde hij dat hij nooit afscheid zou kunnen nemen van zijn kunstverzameling.

Toch verkocht hij zijn schilderij Le prêtre marié (1961) van Magritte in 1975.

Ook het werk The Art of Conversation van Magritte dat hij aankocht bij zijn vriend Harry Torczyner.

Zou hij of zijn famile verkopen in 1993.

Het werk werd in 2021 verkocht aan de prijs van 13 miljoen dollar.

60 jaar geleden, te gast bij Antwerpenaar Peter De Maerel in New York.

Peter De Maerel was een van de belangrijkste figuren in de Belgische culturele diplomatie in de twintigste eeuw.

Hij speelde een cruciale rol in de organisatie en promotie van de wereldtentoonstelling in Brussel in 1958, waar hij als adviseur optrad.

Daarna werd hij directeur van het Belgisch Bureau voor Toerisme in New York, waar hij de schoonheid en diversiteit van zijn land aan het Amerikaanse publiek voorstelde.

Hij werkte ook nauw samen met Sabena, de nationale luchtvaartmaatschappij, om het toerisme naar België te stimuleren.

Peter De Maerel had een passie voor kunst en literatuur, en was bevriend met enkele van de meest vooraanstaande Belgische kunstenaars en schrijvers die in Amerika woonden of werkten.

Hij was een van de oprichters van de American Belgian Art Foundation, samen met Harry Torczyner, een advocaat en kunstcriticus die een indrukwekkende collectie moderne kunst bezat, waaronder werken van Magritte, Chagall, Balthus en Bacon.

Torczyner schreef ook een boek over zijn vriendschap met Magritte, getiteld Magritte/Torczyner letters between friends.

Hij overleed in 1998 in New York.

Een andere goede vriend van Peter De Maerel was Albert Goris, beter bekend onder zijn pseudoniem Marnix Gijsen.

Hij was een schrijver en diplomaat, die tijdens de Tweede Wereldoorlog naar Amerika vluchtte als vertegenwoordiger van het Belgisch paviljoen op de wereldtentoonstelling van New York in 1939-1940.

Hij bleef daar tot 1964, eerst als directeur, daarna als Belgisch Commissaris voor Informatie.

Hij verzorgde ook elke zaterdagavond een radioprogramma op de BRT, genaamd De Stem uit Amerika.

In 1959 werd hij benoemd tot cultureel attaché en in 1964 tot ambassadeur.

Hij keerde terug naar België in 1964, en woonde in Elsene tot zijn dood in 1984.

De schrijver werd in 1975 door de Belgische koning tot baron benoemd, een erfelijke titel die alleen aan hem toebehoorde.

Zijn wapenschild droeg de spreuk “Qui transtulit, sustinet”: wie verplant is, bloeit toch voort.

Hij had geen nakomelingen uit zijn twee huwelijken, dus met zijn dood eindigde ook zijn adellijke lijn.

Marnix Gijsen onderhield een hechte vriendschap met Marc Galle, een politicus van de SP, die hem weer in contact bracht met Maria Magdalena (‘Leentje’) Bambust, met wie hij vijftien jaar in New York had samengeleefd en met wie hij in 1976 trouwde.

Op zijn sterfbed in 1984 zou Gijsen aan Galle gevraagd hebben om na zijn heengaan voor zijn weduwe te zorgen.

Galle kreeg ook de opdracht om het vermogen en het literaire archief van de overleden schrijver als een goede rentmeester te beheren.

In 2000 spande de familie van Leentje Bambust een rechtszaak aan tegen Galle wegens misbruik van vertrouwen en verduistering van 2,5 miljoen euro en twee schilderijen van René Magritte.

De strafzaak werd echter stopgezet door het overlijden van Galle in maart 2007.

Marnix Gijsen stierf op 29 september 1984 op 84-jarige leeftijd in een ziekenhuis in Leuven.

Hij werd begraven op het Schoonselhof in Antwerpen.

Vandaag 28 jaar geleden, overlijdt schilder Paul Delvaux in Veurne.

Zijn vader was advocaat in Brussel en de jonge Paul was voorbestemd voor de architectuur.

Hij volgde daartoe de Brusselse Academie, maar kreeg tezelfdertijd een opleiding in het schildersatelier van Constant Montald, net als zijn tijdgenoot René Magritte.

Begin van de jaren dertig laat de kunstschilder zich onder andere inspireren door de Zuidfoor in Brussel en het Spitznermuseum.

Het surrealisme ontdekt hij in 1934 door het werk van de kunstschilder Giorgio De Chirico, The Melancholy and mystery of a street .

Hij schildert vervolgens de serie Femmes en dentelle en stelt zijn werken in 1938 tentoon op de Internationale Expositie van het Surrealisme in Parijs.

Delvaux schildert de vrouw, het mysterie, droombeelden en -werelden, de bezinning en de eenzaamheid

Vandaag 28 jaar geleden, overlijdt schilder Paul Delvaux in Veurne.

Hij waagt zich ook aan grote muurschilderingen, zoals in het Congrespaleis in Brussel of het Zoölogisch Instituut in Luik.

In 1954 nam hij deel aan de XXVIIste Biënnale van Venetië. De Italiaanse Reggio Emilia-prijs viel hem te beurt in 1955. In 1956 reisde hij naar Griekenland, het land van zijn zo vaak geschilderde tempelgalerijen.

Op 5 juli werd hij opgenomen in de Koninklijke Academie voor Wetenschappen, Letteren en Schone Kunsten van België.

Vandaag 28 jaar geleden, overlijdt schilder Paul Delvaux in Veurne.

Tien jaar later ontving hij de Belgische Staatsprijs voor zijn gezamenlijk werk en werd hij benoemd tot Voorzitter van de Koninklijke Academie voor Schone Kunsten.

Vanaf 1966 woonde hij al de helft van het jaar in het Park te Veurne. Henri Storck realiseerde in 1971 een nieuwe film: Paul Delvaux ou les femmes défendues, ditmaal naar een draaiboek van René Micha.

De Franse Académie beloonde hem als Officier de l’Ordre des Arts et des Lettres de France in 1972.

Vandaag 28 jaar geleden, overlijdt schilder Paul Delvaux in Veurne.

In 1973 ontving hij de Rembrandt-prijs van de Johann Wolfgang von Goethe-Stiftung te Bazel.

Tezelfdertijd organiseerde het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam zijn grote overzichtstentoonstelling. Deze expositie werd hernomen, het jaar daarop, in Japan, in de Nationale Musea van Tokio en van Kioto.

In het Beurs-metrostation, te Brussel, maakte hij de monumentale wandschildering, in 1978.

Dat jaar werd hij ook ereburger van de stad Veurne.

De Brusselse Université Libre nam Paul Delvaux op als Doctor Honoris Causa in 1979.

De Amerikaanse pop-kunstenaar Andy Warhol ontmoette Delvaux te Brussel, in 1981, en maakte een reeks portretten van de schilder.

Vandaag 28 jaar geleden, overlijdt schilder Paul Delvaux in Veurne.

Op 26 juni 1982 werd te Sint-Idesbald het Paul Delvaux Museum geopend.

In de 10 jaar voor zijn dood volgden nog exposities in Parijs, Ferrara, München, Tokio, Osaka, Yokohama en Himeji. (Diverse bronnen en Wikipedia)

prinses Paola bij Paul Delvaux