Vandaag 70 jaar geleden, stierf Guillaume Seznec zonder eerherstel (13 februari 1954)

Guillaume Seznec was een Franse houthandelaar die in 1924 werd veroordeeld voor de moord op zijn zakenpartner Pierre Quéméneur en de vervalsing van diens handtekening.

De gerechtelijke zaak Seznec is een van de controversieelste en langdurige in de Franse geschiedenis, omdat er nooit een lijk, een moordwapen of een motief werd gevonden.

Seznec heeft altijd zijn onschuld volgehouden, maar zijn verzoeken om gratie werden afgewezen.

Hij bracht 20 jaar door in de gevangenis, waar hij verschillende ontsnappingspogingen deed.

De politie-inspecteur die het onderzoek tegen Seznec leidde, heeft op zijn sterfbed erkend dat er bij dat onderzoek zekere onregelmatigheden waren begaan.

Hij werd uiteindelijk vrijgelaten in 1947, maar stierf thuis in 1954.

Zijn laatste woorden waren: moeder, ik heb zoveel onrecht moeten lijden.

In 1993 verscheen de Franse film Guillaume Seznec, geregisseerd door Yves Boisset en gebaseerd op het waargebeurde verhaal van Guillaume Seznec.

De film volgt het proces en de gevangenschap van Seznec, die zijn onschuld bleef volhouden tot zijn dood in 1954.

Gisteren nog vandaag

De hoofdrol wordt gespeeld door Christophe Malavoy, die voor zijn vertolking werd genomineerd voor de César voor beste acteur.

De film was toen een succes bij zowel de critici als het publiek en won de prijs voor beste film op het Festival van Cognac.

Zijn dochter Jeanne en aanhangers hebben decennialang gestreden om zijn eerherstel, dat pas in 2018 werd toegekend door het Hof van Cassatie (De Post 28 februari 1954)

Een kwarteeuw geleden maakte de bank Bacob reclame om Arcoparaandeelhouder te worden.

Arcopar was een coöperatieve vennootschap die deel uitmaakte van de Groep Arco, een christelijke koepelorganisatie die in 1935 was opgericht als reactie op de bankencrisis van 1934.

Door Arcoparaandelen te kopen, konden klanten van Bacob genieten van allerlei voordelen, zoals lagere rentevoeten, gratis bankrekeningen en kortingen bij partners.

Gisteren nog vandaag

In 2001 fuseerde Bacob met Dexia en in 2011 ging Dexia failliet.

De Arcoparaandelen werden waardeloos en 800.000 klanten verloren hun geld.

De regering beloofde een staatsgarantie voor de gedupeerden.

De regering, ACW en Dexia (Belfius) kwamen in 2011 overeen om de Arco-coöperanten te compenseren voor hun verlies.

Gisteren nog vandaag

Bovendien kwam er een schandaal aan het licht over een geheime deal tussen het ACW en Belfius, de opvolger van Dexia, waarbij het ACW een eeuwigdurende lening gaf aan Belfius in ruil voor hoge interesten.

Minister van Financiën Steven Vanackere, zelf lid van het ACW en CD&V, nam ontslag op 5 maart 2013, na kritiek van de oppositie dat hij het ACW bevoordeelde.

De Europese Commissie keurde het voorstel om de gedupeerden te vergoeden echter af op 3 juli 2014 en beschouwde ze als illegale staatssteun.

Arco moest de staatssteun terugbetalen en de overheid mocht de coöperanten niet vergoeden.

De Belgische staat en Arco gingen hiertegen in beroep op 15 september 2014 bij het Europees Hof van Justitie in Luxemburg.

Op 9 februari 2018 werd het beroep van Arco afgewezen en op 7 december 2018 schorste het hof het verbod van de overheid om de coöperanten te vergoeden.

Gisteren nog vandaag

Begin november 2021 heeft de ondernemingsrechtbank de vordering van de Arco-coöperanten niet-ontvankelijk verklaard omdat niet elke coöperant individueel kon aantonen dat Dexia bedrieglijke, misleidende of foutieve informatie had verstrekt bij de aankoop van aandelen.

Als u trouwens een erfenis ontvangt waarin Arco-aandelen zijn opgenomen, moet u deze vermelden als “pro memorie” in uw aangifte van nalatenschap.

Zo voorkomt u dat u een boete krijgt voor het niet aangeven van deze aandelen, die momenteel geen waarde hebben.

Gisteren nog vandaag

De Post van 27 november 1983 met als thema Guy Jespers en zijn vriendin Ghislaine Clyncke.

Guy Jespers was de zoon van een rijke handelaar.

Hij werd de jongste onderzoeksrechter van het land en won verschillende rechtszaken.

Maar zijn carrière eindigde in een schandaal. Hij werd beschuldigd van een reeks misdaden, waaronder een poging tot moord op zijn vrouw.

Hij werd veroordeeld tot 20 jaar dwangarbeid, samen met zijn vriend en medeplichtige Luc de Cramer.

Zijn vriend en medehoofdverdachte Luc de Cramer kreeg wegens gebleken schuld aan dezelfde door Jespers uitgelokte wandaden vijftien jaar.

Beiden tekende hoger beroep aan, maar eind april werd hun vonnis door het Hof van Cassatie bevestigd.

Intussen was Jespers in de gevangenis getrouwd met zijn vriendin Chislaine Clyncke.

In 1980 werd hij vanwege gezondheidsproblemen vervroegd vrijgelaten.

Hij had in de gevangenis een zenuwaandoening opgelopen en kampte met spraak- en evenwichtsstoornissen.

Hij kwam er nooit meer bovenop.

Hij opende een tijdlang een café in de buurt van het Gentse justitiepaleis.

In 1982 kwam ook Luc De Craemer vervroegd vrij. Hij werd opnieuw zakenman.

Zijn hele leven lang bleef Jespers zijn onschuld staande houden. Zijn laatste levensjaren leefde hij teruggetrokken.

Hij overleed in 2002 aan keelkanker.

Vandaag is het ook al 20 jaar geleden dat de Gentse onderzoeksrechter Guy Jespers is overleden

Guy Jespers was de zoon van een rijke handelaar. Hij werd de jongste onderzoeksrechter van het land en won verschillende rechtszaken

Het hof van Assisen veroordeelde op 28 januari, precies 2 maanden nadat het proces was begonnen, de ex-onderzoeksrechter Guy Jespers tot 20 jaar dwangarbeid.

Na urenlang beraad had de jury hem schuldig bevonden aan een poging tot moord, roof, diefstal uit een bankkluis en valsheid in geschrifte.

Jespers werd wel vrijgesproken van de hem ten laste gelegde moord (verdrinking van zijn vrouw in de badkuip)

Zijn vriend en mede-hoofdverdachte Luc de Cramer kreeg wegens gebleken schuld aan dezelfde door Jespers uitgelokte wandaden vijftien jaar.

Beiden tekende hoger beroep aan, maar eind april werd hun vonnis door het Hof Van Cassatie bevestigd.

Intussen was Jespers in de gevangenis getrouwd mijn zijn vriendin Chislaine Clyncke.

In 1980 werd hij vanwege gezondheidsproblemen vervroegd vrijgelaten.

Hij had in de gevangenis een zenuwaandoening opgelopen en kampte met spraak- en evenwichtsstoornissen.

Hij kwam er nooit meer bovenop.

Hij opende een tijdlang een café in de buurt van het Gentse justitiepaleis.

In 1982 kwam ook Luc De Craemer vervroegd vrij. Hij werd opnieuw zakenman.

Zijn hele leven lang bleef Jespers zijn onschuld staande houden. Zijn laatste levensjaren leefde hij teruggetrokken.

Hij overleed in 2002 aan keelkanker.

Guy Jespers

45 jaar geleden, het dubbel leven van onderzoeksrechter Guy Jespers (De Post 6 maart 1977)

45 jaar geleden, het dubbel leven van onderzoeksrechter Guy Jespers (De Post 6 maart 1977)
45 jaar geleden, het dubbel leven van onderzoeksrechter Guy Jespers (De Post 6 maart 1977)
45 jaar geleden, het dubbel leven van onderzoeksrechter Guy Jespers (De Post 6 maart 1977)
45 jaar geleden, het dubbel leven van onderzoeksrechter Guy Jespers (De Post 6 maart 1977)

Vandaag 100 jaar geleden, de bandietenbende van Adegem voor het assisenhof van Gent (27 februari 1922)

De “Groote Oorlog” veroorzaakte veel miserie en leed, en dat stopte niet na de wapenstilstand.

De armoe was groot voor hen die zich niet hadden verrijkt tijdens de oorlog door hand- en spandiensten aan de bezetter te verlenen of door opportunistisch levensnoodzakelijke goederen aan woekerprijzen te verkopen.

Bij die laatste groep zaten ook verkwistende snoodaards die gewend waren geraakt aan makkelijk verdiend geld en nu de hoorn des overvloeds zagen uitdrogen.

Enkelen schakelden over naar afpersing, intimidatie en regelrechte rooftochten waarbij er onvermijdelijk werd gemoord.

In de streek van Maldegem – de thuishaven van marktzanger Tamboer – was een bende rond Jozef Mercy en Alfons Naudts ontstaan.

Al vlug waren Oscar Mercy en Alfons Naudts de twee meest gezochte misdadigers van West- en Oost-Vlaanderen.

Op 17 december 1920 haastten beide heren naar de woning van Naudts’ broer, gelegen aan de Oude Weg, niet ver van de spoorlijn.

Kamiel Naudts, de broer van Alfons, schrok niet weinig toen hij beide spitsbroeders zo op hun gemak zijn woning zag binnenkomen, ze werden immers opgespoord door zowat het hele politiekorps omwille van hun vele en gevarieerde misdaden: roof, diefstal, plundering, bendevorming en moord.

In ruil voor zijn eigen leven en dat van zijn gezin verschafte Kamiel de twee onderdak en gaf hen te eten.

Toch slaagde hij er ongemerkt in veldwachter Cauwels te verwittigen.

Mercy en Naudts waren immers naar Adegem afgezakt om wraak te nemen op veldwachter Cauwels en agent Doom.

Beide heren waren de mening toegedaan dat al het onheil dat hen de laatste maanden was overkomen enkel en alleen kon toegeschreven worden aan deze twee Adegemse “dienders”.

Cauwels liet er geen gras over groeien en verwittigde alle politieposten en rijkswachtkazernes uit de hele omtrek.

Het hele Meetjesland stond in rep en roer: van alle kanten fietsten rijkswachters naar Adegem waar het huisje van Kamiel Naudts dan ook rond 7 uur volledig omsingeld was.

Familieleden en buren werden in de grootste stilte van hun bed gelicht en naar veiliger oorden overgebracht.

Even na zeven uur werden de booswichten gesommeerd zich maar zo vlug mogelijk over te geven.

Dit werd op hoongelach onthaald “Wilt ge ons hebben, kom ons dan halen”, riepen ze uitdagend terug.

Enkele revolverschoten, gevolgd door knetterend geweervuur van de gendarmes startten een lange dag vol gevaren.

Enkele uren later probeerden procureur Vander Straeten en officier Van Volsem het schuurtje waar beide booswichten zich hadden verschanst binnen te dringen.

Een regen van kogels floot hen echter om de oren zodat ze zich onverrichter zake moesten terugtrekken.

Ondertussen had zich reeds een massa nieuwsgierigen om en rond de plaats van het gebeuren verzameld zodat de aanwezige rijkswachters meer werk hadden met het opdringerige publiek dan met de beide bandieten. Niemand was zich van enig gevaar bewust.

Verdere sommaties tot overgave sorteerden geen enkel effect.

Door de gerechtelijke diensten werd koortsachtig gezocht naar een oplossing.

Ondertussen waren de politiekorpsen van Eeklo en Maldegem ook ter plaatse en ook de Eeklose brandweer kwam opdagen.

Gendarmen uit Gent waren op komst met handgranaten en mitrailleurs.

Het was ondertussen namiddag geworden.

Een loeiende wind en onophoudelijk neerplensende regen maakten alles niet gemakkelijker.

Ten einde raad besloot Vander Straeten het schuurtje waar de twee belegerden zich bevonden in brand te laten steken en de heren uit te roken.

Tot vijfmaal toe mislukte de brandstichting.

Eindelijk ging het gebouwtje dan toch in de vlammen op. Vergenoegd wreef men zich reeds in de handen dra zouden de boeven hen als rijpe appelen in de handen vallen.

Helaas! Mercy en Naudts hadden zich weten toegang te verschaffen tot het woonhuis!

Toen er door een venster opnieuw naar de rijkswachters werd geschoten wist iedereen meteen hoe laat het was.

Bevel werd gegeven om ook het woonhuis in brand te steken.

Tussen de rook door zag men de bandieten her en der proberen zich voor de vlammen in veiligheid te brengen.

Opeens kreeg agent De Leeuw Mercy in het vizier, legde aan en Mercy zeeg neer.

Plots werd het stil. Het brandende huisje werd bestormd Oscar Mercy lag zieltogend aan de deur, door twee kogels getroffen: “Het schuim stand hem op den mond, de ogen puilden uit hunne kassen”.

Enkele ogenblikken later overleed hij.

Naudts, bedwelmd door de rook, mankeerde verder niets: onder gejouw en getier werd hij in de wagen van mijnheer Standaert uit Balgerhoeke naar de Gentse Nieuwe Wandeling overgebracht.

Aan het Adegemse inferno was een tragisch einde gekomen, het “Fort Chabrol” kon de legende ingaan en de “Bende van Adegem” maakte Adegem doorheen heel Vlaanderen bekend!

Marktzanger Tamboer maakte er zelfs een liedje van en dit op de melodie Reviens vers le bonheur van Eugène Gravel.

Tijdens het proces trekt de verdediging van de schuld van Naudts bij enkele moorden in twijfel want Naudts beweert dat ze door wijlen Jozef Mercy werden gepleegd.

En medebeschuldigde Grammens zo leren we was tijdens de oorlog opgeëist en “hij heeft in Sedan verbleven”.

Over P.J. Roelandt zegt zijn verdediger: “Toen de oorlog uitbrak was Roelandt slechts 14 jaar oud; hij is in handen gevallen van Mercy die hem heeft opgeleid in het stelen.”

En zijn raadsman veroorzaakt enige hilariteit als hij verklaart: “Wat het feit te Knesselare betreft, Roelandt heeft niet naar de openbare macht geschoten.

Het zijn de gendarmen die geroepen hebben ‘Bandiet, trekt u achteruit of ik schiet u omver’.

Hij werd uitgedaagd en handelde uit wettige zelfverdediging.”

Naudts werd uiteindelijk ter dood veroordeeld, 16 andere bendeleden kregen lichtere straffen. (Diverse bronnen, Wreed en Plezant, Hugo Notteboom en zijn boek De Bende van Adegem, 1994, Ons Land 11 maart 1922 en Wikipedia)

Jean Bultot, de voormalige gevangenisdirecteur van Sint-Gillis die zelf in verschillende misdaadzaken betrokken was, is zondag (18.07.2021) overleden in het Afrikaanse land Mozambique

30 jaar geleden, kreeg Jean Bultot voormalig gevangenisdirecteur van Sint-Gillis en militant voor de extreemrechtse groepering Forces Nouvelles veel aandacht in de pers, met zijn uitspraken over de Bende van Nijvel en de Staatsveiligheid.

Jean Bultot (foto 1995, VRTNWS)

Jean Bultot belde daags voor de laatste overval van de Bende van Nijvel, op zaterdagavond 9 november 1985 in de Delhaize van Aalst, een informant van de Staatsveiligheid met de vraag of die hem dringend een machinegeweer kon bezorgen.

Zo had hij volgens een artikel in De Morgen op 8 november 1985 een belletje gepleegd naar Antoine Delsaut.

Martial Lekue

Een militaire pensionado, wapenmalloot en informant van de Staatsveiligheid.

Of Antoine nog een mitrailleur voor hem had. Ja, dat had ie wel.

Een Uzi. Maar helaas, die stond geregistreerd en dat was even niet de bedoeling van vriend Bultot.

Zoals afgesproken kwam Bultot op 10 november even langs bij de Delsauts om onder het genot van een alcoholische versnapering wat gezellig te roddelen.

De heer des huizes had een micro verstopt achter een sanseveria en bracht het gesprek listig op de schietpartij in Aalst.

Direct na het gezellig samenzijn nam Delsaut contact op met de Staatsveiligheid.

Daar namen drie speurneuzen kennis van het hele verhaal, luisterden het gesprek af, dronken een glas en lieten de zaak voor wat ie was.

Een kleine anderhalf jaar later werd het intelligente supertrio verhoord door onderzoeksrechter Freddy Troch.

Ja, ja, ze hadden de verklaringen van Delsauts keurig in een file gestopt.

Maar de opnames waren wel verdwenen…..

Een half jaar later maakte Delsaut zelf zijn entree bij Freddy Troch en hij vertelde onder meer het volgende:

De informant nam het gesprek op en alarmeerde de Staatsveiligheid.

De informant zou echter zijn teruggefloten en zijn tape werd niet meer terugbezorgd.

Bultot was geen geheel onbesproken gevangenisdirecteur.

In mei 1985 had hij al zelf in de cel gezeten omdat hij één van zijn gevangenen, Philippe De Staercke, enkele kasbons zou hebben laten stelen bij een pastoor in Wieze.

Léopold Van Esbroeck, in die tijd lid van de bende Philippe De Staercke, blijft tot vandaag zweren dat Bultot hem begin 1985 aansprak met de vraag om toe te treden tot een commando dat tegen een royale vergoeding “schijnovervallen” zou plegen op warenhuizen met als doel een sfeer van terreur te creëren.

Op 14 november 1985 werd aan het parket te Brussel gemeld dat Bultot in zijn woonplaats in de gevangenis van Sint-Gillis wapens en munitie zou hebben verborgen.

Bij een huiszoeking werden verschillende laders van vuurwapens, verscheidene honderden patronen en zes bussen buskruit ontdekt.

Bultot gaf toe aan verschillende personen te hebben verkocht en zelf het merendeel van de bij hem gevonden patronen te hebben gefabriceerd.

Twee dagen later werd Bultot aangehouden wegens illegaal wapenbezit en verrichtte men een huiszoeking in zijn ambtswoning.

Tijdens dit onderzoek verscheen er een man die zich legitimeerde als lid van de Staatsveiligheid.

Hij vroeg inzage in de spullen van Bultot die in beslag zouden worden genomen.

Toen hij Bultots aktetas met documenten wilde meenemen hielden de speurders hem tegen.

Er ontstond een half uur durende discussie tot de man zijn dienstwapen trok en met de tas verdween.

Toen Bultot in zijn schuiloord Paraguay werd verhoord, verklaarde hij dat sommige leden van de Bende van Nijvel bij de Staatsveiligheid behoorden.

Hij voegde eraan toe, hoewel hem dat niet gevraagd werd dat de activiteiten van de Cellules Communistes Combattantes hetzelfde stramien volgden.

Nadat hij naar België terugkeerde trok hij deze verklaringen echter weer in.

Bultot werd ook beschuldigd van betrokkenheid bij de Roze Balletten, legendarische seksfuiven met hoge functionarissen en minderjarigen, eind jaren 70.

Begin jaren 90 doken er foto’s op waar Bultot te zien is terwijl hij in een bad ligt tussen allerlei naakte mannen en vrouwen.

In februari 2008 dook het volledige filmpje op.

Het beeldmateriaal bleef echter heel vaag en de context van wat er op de beelden gaande is blijft giswerk.

Bultot zelf ontkende de aanklachten.

Hij zegt dat hij ontgoocheld is dat de beelden na 20 jaar weer opduiken.

Ook de referenties naar de Roze Balletten schieten bij Bultot in het verkeerde keelgat.

Er kan volgens hem geen sprake zijn van chantage, een denkpiste die door sommigen gehanteerd werd om de link met de Bende van Nijvel te leggen.

De bende, die in de jaren tachtig 28 doden maakte, zou de moorden hebben gepleegd om de mensen die Bultot chanteerden, het zwijgen op te leggen. (diverse bronnen, De Morgen, Humo, Wikipedia)

Bultot en zijn vriendin Dodo ( Dominique Leroy, de ex vrouw van Claude Leroy)

Vandaag 40 jaar geleden, doodstraf uitgesproken in het gijzelingsdrama van Charles-Victor Bracht.

Bracht stamde uit een Duitse adellijke familie.

Hij had een vooraanstaande functie in talloze Antwerpse firma’s en holdings, gespecialiseerd in verzekeringen (N.V. Bracht-Aegis), bankwezen (Metropolitan Bank), vastgoed, rubberplantages (Sipef), leerhandel en wol.

Ook was hij ereconsul van Oostenrijk.

Zijn stoffelijk overschot werd bijgezet in het monumentale familiegraf van het geslacht Bracht op het Antwerpse Schoonselhof.

Op 7 maart 1978 werd Bracht in een Antwerpse parkeergarage ontvoerd door scheepselektricien Marcel “Dexter” Van Tongelen.

Hij vroeg losgeld in ruil voor de vrijlating van de baron, maar de rechercheurs herkenden Van Tongelens stem, omdat hij eerder nog informant van de politie was geweest.

Omdat Van Tongelen niet kon bewijzen dat Bracht nog leefde, werd er geen losgeld betaald.

Op 10 april 1978 werd Bracht vermoord teruggevonden op een stortplaats in Oelegem.

Van Tongelen werd opgepakt en op 29 februari 1980 door het Antwerpse hof van assisen ter dood veroordeeld (wat volgens de Belgische wet toen automatisch in levenslang werd omgezet).

Tijdens verhoren bleef de gijzelnemer volhouden dat hij de baron al na twee minuten per ongeluk had gedood, omdat Bracht zich krachtig verweerde bij het aftrekken van een kap.

In 1991, na een gevangenisstraf te hebben uitgezeten van 13 jaar, kwam Van Tongelen vrij.(Diverse bronnen en Wikipedia)

Vandaag 40 jaar geleden, doodstraf uitgesproken in het gijzelingsdrama van Charles-Victor Bracht.

30 jaar geleden, Vlaanderen maakt kennis met de Siamese tweeling Maria en Daria (‘Masha en Dasha’) Krivoshlyapova uit Rusland (3 januari 1950 – 17 april 2003, Moskou)

Ze werden bij de geboorte uit de voogdij van hun moeder gehaald om door Sovjet fysiologen te worden bestudeerd.

Hun moeder kreeg te horen dat haar dochters kort na hun geboorte waren gestorven. Ze werden geboren verbonden in de taille in een hoek van 180 graden met twee hoofden, twee torso’s, twee armen en een been elk, en een derde, restledemaat aan de achterkant.

De tweeling werd geplaatst in het Academisch Instituut voor Medische Wetenschappen van de Medische Wetenschappen

De Sovjet fysioloog bestudeerde de afzonderlijke rollen van het zenuwstelsel en het bloedsysteem op het vermogen van het lichaam om zich aan te passen aan omstandigheden zoals langdurig slaaptekort, extreme honger en extreme temperatuursveranderingen.

Siamese tweelingen die een bloedsysteem deelden, maar afzonderlijke zenuwstelsels hadden, waren ideale objecten voor onderzoek.

De zaak van Masha en Dasha wordt nu beschouwd als een langdurige zaak van medische marteling.

Experimenten omvatten het inpakken van een tweeling in ijs om hun temperatuur tot bijna fatale niveaus te brengen, terwijl temperatuurveranderingen in de andere tweeling worden waargenomen, ze verbranden, uithongeren, hen van slaap beroven en ze op tijd elektrocuteren met een metronoom om hun reflexen te testen.

Hun long-, hart- en hersenactiviteit werd constant gevolgd door pneumografie, neumogrammen, elektrocardiogrammen en encefalogrammen. Buizen werden routinematig in hun maag ingebracht om maagsappen te controleren en er werd driemaal daags bloed uit afgenomen.

In 1956 werden ze overgebracht naar het Centraal Wetenschappelijk Instituut voor Traumatologie en Orthopedie (TSNIIPP) Ze werden de volgende acht jaar verborgen gehouden voor het publiek in een kinderafdeling.

In 1964 verspreidde het nieuws zich naar Moskou dat er een meisje met twee hoofden in het Instituut werd vastgehouden.

Als gevolg hiervan werden de tweeling overgebracht naar een internaat voor kinderen met motorische beperkingen in Novocherkassk, Zuid-Rusland, om hun opleiding voort te zetten.Ze hebben hier vier jaar gestudeerd in wat ze later hebben herinnerd als de gelukkigste tijd van hun leven.

In 1968 werd hun derde been geamputeerd in een poging om ze minder opvallend te maken voor het Sovjet publiek dat niet gewend was mensen met een handicap te zien.

De tweeling had inmiddels verschillende persoonlijkheden ontwikkeld, met Masha dominant en brutaal, en Dasha onderdanig, attent en stil. Dasha werd verliefd op een medestudent, maar Masha maakte een einde aan de romantiek.

Dasha raakte in een depressie en probeerde zichzelf op te hangen toen het paar achttien was.

Dit viel samen met het feit dat een medische commissie haar had verteld dat ze in de laagste graad waren geplaatst, wat betekende dat ze zouden worden bewaard voor het leven in een bejaardentehuis (er waren geen huizen voor gehandicapten, omdat de Sovjet-Unie ‘invaliden’ als fouten in het systeem zag) met geen recht om te werken of onafhankelijk te zijn.

In 1989, op 39-jarige leeftijd, verhuisden ze naar het 20e Home for Veterans of War and Labour en woonden daar de volgende veertien jaar in een kleine kamer met een eenpersoonsbed.

Ze verdienden zakgeld met het naaien van luiers en het samenstellen van pipetten.Ze vonden hun biologische moeder Yekaterina Krivoshlyapova in 1985 en ze bezocht hen vier jaar voordat Masha de verbinding verbrak.

Ze werden elke week bezocht door ‘Aunty Nadya’ – Nadezhda Gorokhova – hun fysiotherapeut in TSNIIPP, die hun hele leven met hen bevriend raakte.

Met de komst van Gorbachev’s campagne van openheid, of glasnost , deden ze een beroep op een nationale televisie-chatshow Vzglyad in 1988, om het 20e huis te mogen verlaten dat in een geestelijk asiel werd veranderd.

Het beroep was succesvol en ze verhuisden naar het 6e Huis voor veteranen van arbeid met sterk verbeterde levensomstandigheden en kochten zichzelf luxe zoals een televisie, een Atari en een computer en dit dankzij de opbrengsten van liefdadigheidsbijdrage.

Ze waren ook in staat om alcohol te kopen en in het volgende decennium werden de tweeling alcoholist, alleen Dasha dronk, Masha was niet in staat vanwege een kokhalsreflex. Omdat ze dezelfde bloedvoorziening deelden, zouden beiden dronken worden.

Ze deden vele pogingen om te stoppen met drinken, waaronder hypnotisme, toverspreuken en ‘dichtgenaaid’, een proces waarbij een capsule (die een chemische stof van nocebo bevatte die vermoedelijk zou doden bij dronkenschap) chirurgisch onder hun huid werd ingebracht.

Ondertussen bleef Masha Dasha emotioneel en fysiek misbruiken.

Het paar bezocht Keulen, Duitsland, in augustus 1991.

De reis werd echter afgebroken na de poging van de Sovjet-staatsgreep om Gorbatsjov omver te werpen.

Ze raakten bevriend met een Britse journalist, Juliet Butler, in 1988. De tweeling en Butlers familie werden goede vrienden in de komende twaalf jaar, en ze werkte samen aan de BBC Horizon-documentaire over siamese tweelingen in 1999.

In 2000 bracht Butler en dit samen met de tweeling hun autobiografie uit, die in Duitsland werd gepubliceerd. (The Less you Know, The Sounder You Sleep’ dat werd gepubliceerd in het Verenigd Koninkrijk, Australië, Nieuw-Zeeland, Canada, India, Zuid-Afrika en Vlaanderen en Nederland in 2017.

De Britse chirurg Lewis Spitz , die zich specialiseerde in het werken met samengevoegde tweelingen, bood aan ze in Londen te scheiden, maar Masha was tegen deze operatie.Masha werd ziek op 13 april 2003 en klaagde over rugpijn.

Ze stierf de volgende dag, op 14 april, zeventien uur na het begin van haar symptomen. Dasha werd naar het Eerste Stadsziekenhuis gebracht en stierf zeventien uur later door bloedvergiftiging door de giftige bijproducten van het ontbindende lichaam van Masha. Op het moment van hun dood waren ze de oudste levende samengevoegde tweelingen ter wereld.

Het paar werd gecremeerd en hun overblijfselen liggen op de Novodevichy-begraafplaats in Moskou. (Diverse bronnen, Wikipedia, Humo )

70 jaar geleden de rechtszaak van de eeuw, tussen Victor Kravchenko en de Franse Communistische partij.

Victor Kravchenko ontvluchtte in april 1944 de Sovjet­unie, en wel te Washington waar hij sinds augustus 1943 ver­bleef als lid van de Sovjetrussische delegatie die in de Verenigde Staten producten en materialen inkocht.

Hij was toen 39 jaar oud en had als ingenieur in de jaren dertig carrière gemaakt in de zware industrie.

In 1946 verscheen I Chose Freedom, zijn autobiografie die in ‘het Vrije Westen’ een bestseller werd.Het boek paste perfect in de beginjaren van de Koude Oorlog.

Hier legde iemand die het weten kon gedetailleerd, maar onopgesmukt uit wat het maatschappelijk systeem van de Sovjet­unie onder Stalin was en hoe het werkte. (uitgebreide onthullingen over collectivisatie in de Sovjet-Unie , het Sovjet-gevangeniskampsysteem en het gebruik van strafarbeid)Om precies die reden werden Kravchenko en zijn boek fel bestreden, door communisten, fellow-travellers en afstandelijke, genuanceerde beschouwers van de wereldpolitiek, liefhebbers van het ‘enerzijds-anderzijds’ onder alle omstandigheden.

Les lettres françaises had in november 1947 geschreven dat I chose freedom gefabriceerd was door de Amerikaanse OSS (de voorgan­ger van de CIA) en geheel uit leugens bestond. Ook een aanval op het personage van Kravchenko door het Franse communistische weekblad Les Lettres Française resulteerde erin dat hij hen aanklaagde wegens smaad in een Frans hof.

Het uitgebreide proces van 1949 met honderden getuigen werd het “proces van de eeuw” genoemd.Bron van deze aantijging was een oud-agent van de OSS, Sim Thomas.

Sim Thomas is nooit gevonden en dertig jaar later bekende de toenmalige directeur van Les lettres françaises dat Thomas niet had bestaan en dat het interview met hem een falsificatie was.

Dit artikel was het hoogtepunt in een lastercampagne die de walm van groezelige onbetrouwbaarheid heeft opgeroepen die altijd om Kravchenko en zijn boek is blijven hangen.

De rechtbank gaf alle ruimte aan aangeklaagde en klager om hun zaak met getuigenverklaringen te ondersteunen.

Beiden maakten daarvan ruimschoots gebruik, vooral Les lettres franç­aises.

Een stemming werd geschapen waarin Kravchenko van aanklager aangeklaagde leek te zijn geworden.

Nobelprijs­win­naar professor Joliot-Curie, fameuze fellow-travellers als de Rode Deken van Canterbury en de Labour-parlemen­tariër Konni Zillia­cus, vier oud-ministers, verzetshelden, de Franse generaal Petit, Roger Garaudy – zij allen kwamen vertellen dat Kravchenko loog dat er in de Sovjetunie geen slavenarbeid en geen concentratiekampen bestonden en ook niet zouden kunnen bestaan.

Het niveau van verweer lag op het niveau van aantijgingen dat Kravchenko voor Hitler had gewerkt – een aantijging die werd waargemaakt met de constatering dat zijn boek in afleveringen was verschenen in de kranten van het Hearst-syndicaat.

Welnu, in die kranten waren voor de oorlog ook artikelen van Goering gepubliceerd!

Moskou doet mee: de eerste vrouw van Kravchenko wordt naar Parijs gestuurd om tegen hem te getuigen.

Ze wordt overhaast teruggehaald als ze in elkaar stort na een kruisverhoor waarin haar ontkenning dat haar vader is gedeporteerd wordt ontzenuwd.

Een oorlogsheld van het Rode Leger als generaal Roedenko, aanklager bij de Neurenbergse Processen, vergaat het in de getuigenbanken niet veel beter.

Maar de getuigen van Kravchenko hebben het ook niet gemakkelijk.

Margarete Buber-Neumann, de weduwe van de vermoorde Duitse communistenleider Heinz Neumann, die de concentratiekampen van zowel Stalin als Hitler had overleefd en daarover uit de eerste hand kon berichten, werd gevraagd wat haar als Duitse bezielde, om voor een Franse rechtbank nazistische gruwelpropaganda te vertellen over de Sovjet-Unie, waarvan de troepen haar notabene uit Ravensbrück hadden be­vrijd!

Kravchenko won zijn zaak.

Maar de schadevergoeding die hem – in hoger beroep – werd toegekend bedroeg het symbolische bedrag van één (oude) franc.

Les lettres françaises had vol­gens het vonnis Kravchenko geen ‘verrader’ mogen noemen, maar het stond het blad vrij ‘d’exprimer la juste et sévère réprob­ation qui accompagne toujours du point de vue national celui qui abandonne son pays ainsi que sa mission’.

De rechtbank achtte zich incompetent over de aard van het Sovjetrussische regime te oordelen, maar vond wel dat Kravchenko in zijn boek de grote economische presta­ties van dat land had genegeerd.

Dat stempelde J’ai choisi la liberté minder tot een historisch document dan tot een pam­flet, meldde het vonnis.

Uiteindelijk lijkt het proces waarin de authenticiteit en waarheidsgetrouwheid van zijn boek overduidelijk werden bewe­zen, hem niets te hebben geholpen.

In haar autobiografie tekent Simone de Beauvoir over Kravchenko en het proces aan: ‘un homme douteur, menteur et vénal, ses témoins suspects, bref, une opération anticommuniste organisée par Washing­ton’. Haar oordeel was lange jaren symptomatisch voor dat van vooruitstrevende intelligentsia, niet alleen die in Frankrijk.

Zelfs Camus moest niets van hem hebben: ‘De vrijheid kiezen, dat is niet op de manier van Kravchenko profiteur van de bourgeoisie worden in plaats van van het Sovjetregime’. Geschreven in 1953.

Met Kravche­nko is het triest afgelopen.

Zijn volgende boek werd geen bestseller en in 1952 vertrekt hij naar Peru, waar hij in de mijnbouw een fortuin vergaart en nog sneller verspeelt.

Terug in New York leidt hij een eenzaam leven.

Als Victor Kravchenko op 24 februari 1966 zelfmoord pleegt in een New Yorkse hotel­kamer waar hij onder de naam ‘Peter Martin’ ver­blijft, wordt in niet eens de slechtste kranten van het Westen de roddel en achterklap over hem en zijn boek nog eens herhaald.(Diverse bronnen, Bart Tromp en Wikipedia, Foto 1 Victor Kravchenko in Parijs, Foto 2 en 4 tijdens de rechtszaak)


60 jaar geleden, de schrijfster Sonia de Borodesky en haar strijd om de eerste vrouwelijke visser te worden in Frankrijk.

We kunnen het ons moeilijk voorstellen, maar 60 jaar geleden was er nog een wet uit de zeventiende eeuw in Frankrijk die nog steeds geldig was.

Die namelijk vrouwen verbood om aan boord te komen van vissers-, handels- en oorlogsschepen.

Jean-Baptiste Colbert die in de zeventiende eeuw politicus was ten tijde van Lodewijk de veertiende en de opdracht kreeg om niet allen te zorgen voor de koninklijke financiën, maar ook beheerder was van vrijwel alle andere regeringsdepartementen, zoals handel, marine, koloniën en kunst.

Hij was het dan ook, die deze wet uitvaardigde om vrouwen te verbieden aan boord te komen van deze boten.

Sonia de Borodesky daagde de Franse staat uit, door zich in te schrijven als leerling in de Nationale School van de Koopvaardij.

Zij was toen de eerste vrouwelijke leerling van deze school.

Na haar studies die ze met succes beëindigde, confronteerde ze de staat verder met deze discriminatie.

Dankzij haar strijd, besliste het parlement om deze wet Colbert te ontbinden op 28 januari 1963.

Buiten haar job als visser, schreef ze romans, essays en gedichten.

In 1959 was haar autobiografisch boek La Houle een bestseller in Frankrijk en dankzij vertalingen ook in de rest van de wereld.

Ze kreeg ook de Maryse Bastié prijs.

Twintig jaar geleden, stierf deze moedige vrouw (1926-1999) (Diverse bronnen, Wikipedia, Foto’s november 1959)

Sonia de Borodesky

Vandaag 40 jaar geleden, vijand nummer één van de Franse Staat Jacques Mesrine doodgeschoten door de politie.

Jacques Mesrine droeg de alias ‘de man met de duizenden gezichten’, en was verantwoordelijk voor misdaden vooral in Frankrijk, maar ook in Canada, de Verenigde Staten, Spanje en één keer in Zwitserland.

Eind jaren ’50 vocht hij aan Franse zijde in de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog. In 1959 keerde hij terug naar Frankrijk.

In de twee decennia hierna zou hij een criminele reputatie opbouwen waardoor hij uiteindelijk gezien zou worden als de meest gevreesde misdadiger in Frankrijk.

Hij werd begin jaren zeventig beschouwd als de publieke vijand nummer 1 van de Franse Staat.

Op 2 november 1979 werd hij bij de Porte de Clignancourt door de politie doodgeschoten.

Het leven van Mesrine werd in 2008 verfilmd in het tweeluik L’Instinct de mort en L’ennemi public nº1, met in de hoofdrol Vincent Cassel.

De figuur van Mesrine staat ook centraal in een performance van de Belgische kunstenaar Jan Fabre, genoemd Art kept me out of jail (Diverse bronnen, De Post van 11 november 1979 en Wikipedia)