60 jaar geleden, sfeerbeelden vierdaags staatsbezoek van koningin Juliana en prinses Beatrix aan België.( 30-5 t/m 2-6-1960)

60 jaar geleden, sfeerbeelden vierdaags staatsbezoek van koningin Juliana en prinses Beatrix aan België.
60 jaar geleden, sfeerbeelden vierdaags staatsbezoek van koningin Juliana en prinses Beatrix aan België.
60 jaar geleden, sfeerbeelden vierdaags staatsbezoek van koningin Juliana en prinses Beatrix aan België.
60 jaar geleden, sfeerbeelden vierdaags staatsbezoek van koningin Juliana en prinses Beatrix aan België.

Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.

Op 28 mei 1940 werden duizenden Belgische soldaten door de Duitsers krijgsgevangen genomen rond Gent.

Ze werden overgebracht naar Zeeuws-Vlaanderen en met vier schepen op transport gezet naar krijgsgevangenenkampen in Duitsland.

Op 30 mei voer het konvooi via de Westerschelde, het kanaal door Zuid-Beveland en de Oosterschelde naar het Hollands Diep.

Omstreeks 19.20 uur op 30 mei 1940 klonk er plots een luide knal die in Willemstad de huizen deed daveren: de “Rhenus 127” was op één van de magnetische mijnen gelopen die de Duitsers hadden gedropt!

Het was een hels tafereel: de “Rhenus 127”, de kiel opengereten, richtte zich met de voorsteven even op en vormde met de achtersteven als het ware een rechte hoek. Er ontstond grote paniek op het overvolle, zinkende schip: geschreeuw, gekrijs, angstkreten en daar bovenuit het aanhoudende gehuil van de scheepssirene …

Daar geen inschepinglijsten werden opgesteld, is niet exact geweten hoeveel Belgische militairen aan boord waren.

Bij het bergen van de “Rhenus 127”, einde augustus 1940, werden nog 22 zwaar verminkte lijken gevonden, waaronder de Duitse schipper.

Vijf onder hen konden niet meer worden geïdentificeerd.

De begrafenis van deze slachtoffers vond plaats in een massagraf.

De lijken waren niet gekist, werden met twee op elkaar gestapeld en vervolgens bestrooid met ongebluste kalk …

We mogen hierbij niet uit het oog verliezen dat deze lichamen reeds een drietal maanden, in volle zomer, in het water lagen.

De “Rhenus 127” werd later geborgen en hersteld (!) en is onder de naam “Grebbeland” terug in de vaart gekomen.

Later werd deze boot omgebouwd tot “Kerkschip”.

Op de plaats van de ramp werd in 1950 een monument met een breedte van 26 meter onthuld.(Diverse bronnen, koen.luts, Koninklijke Kring voor Oudheidkunde, Letteren en Kunst van Mechelen, en De Post van 4 juni 1950)

Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.
Vandaag 80 jaar geleden, de rijnaak ‘Rhenus 127’ met meer dan 1.200 krijgsgevangenen voer op een Duitse magnetische mijn en bijna 200 Belgen verdronken.

Vandaag 40 jaar geleden, te gast bij de Gentse schilder Camille D’Havé op zijn tentoonstelling in het cultureel centrum van Ledeberg.

Bij geen enkele andere schilder komt de ruwe bolster van de Vlaming sterker tot uiting dan bij de man afkomstig uit de onderste krochten van het Gentse arbeidersmilieu.

Was er kunstpaus Jan Hoet niet geweest, en zijn focus op de wilde kunstvormen die rond de jaren tachtig van de vorige eeuw wereldwijd doorbraken, Camille D’Havé zou niet meteen wereldberoemd, maar toch heel wat bekender zijn en internationale erkenning hebben gekregen.

Niet dat Jan Hoet Camille D’Havé niet genegen was, maar hij paste niet in de ‘vriendenkring’, met Panamarenko, Jan Fabre, Berlinde De Bruyckere, Wim Delvoye, Bruce Nauman, Joseph Beuys en Marcel Broodthaers in de binnenste cirkel.

Een prachtig artikel over D’Havé is van de hand van Hugo Claus.

Weinigen weten dat hij als jongeling kritieken geschreven heeft, om den brode, maar vaak ook uit sympathie.

Hugo Claus, vooraan in de twintig, kroont D’Havé al, alvorens hij tot volledige rijpheid komt: ‘Hij (D’Havé, GL) is een gefolterde natuur, die dicht bij het aardse, het primitief-volkse contact heeft.

Zijn wereld is een dramatische vervorming der waarden, die wij dadelijk als een andere waarheid aanvaarden. Eerlijk en persoonlijk beklemtoont hij deze waarheid in een typische, hem eigene vorm (…) met aanknopingspunten bij én Goya én Picasso.

Zijn vorm: een scherpe, uithalende tekening, die de massa’s sculpturaal doet voorkomen, een lichte materie met geraffineerde variaties van de kleur, en een verftechniek, die de Primitieven als voorbeeld heeft.’

Ook Pjeroo Roobjee schreef een mooi gedicht voor hem en dit voor zijn zijn afscheidsgroet op de uitvaart van Camille.

Want in hetzelfde jaar van zijn tentoonstelling stierf deze Gentse schilder in 1980.

Strofe voor Camille

Bij leven het leven vergeten

Door wat hem als droom werd aangewezen:

De hardnekkige wimperwenk van Neithart,

Het lonken van een gebarsten kom in Colmar.

Daardoor ook kakkerlakken gegeten

En meikevers gevreten om te overleven.

Al wat Grünewald hem geven kon,

Was de grijze tooi, de moede pels,

Die exegeten als de ziekte meden.

Bij leven vergeten en het leven vergeten.

Het bestaande heelal volgevloekt en verweten

En toch in niets tekort geschoten.

(Diverse bronnen, Guido Lauwaert en De Post van 1 juni 1980)

Vandaag is het precies vijfendertigjarig geleden dat tijdens het Heizeldrama in Brussel 39 doden vielen.

Omstreeks 20 uur begint in het Heizelstadion de finale van de Europacup I tussen het Engelse Liverpool en het Italiaanse Juventus.

Een uur voor de wedstrijd breken er echter rellen uit tussen de supporters van beide ploegen. Verschillende toeschouwers steken vuurwerk af en gooien stenen naar elkaar.

In principe zouden de supporterskernen gescheiden worden door neutrale vakken, waar Belgische supporters zitten.

Maar door de gebrekkige interesse in België en de grote vraag naar tickets in Italië, werd het neutrale vak Z ook gevuld met Italiaanse supporters.

Wanneer vlak voor de aftrap een groep fans van Liverpool het neutrale vak Z bestormt, ontstaat er grote chaos.

De supporters van Juventus proberen te vluchten via de zijmuur van het vak, maar die begeeft het. Velen vallen naar beneden en anderen worden vertrapt in de menigte.

Het resultaat: 32 Italianen, 4 Belgen (Alfons Bos, Dirk Daeninckx, Jean-Michel Walla en Willy Chielens), 2 Fransen en een Noord-Ier laten het leven.

Daarnaast raken enkele honderden supporters gewond door de grote chaos. Een parlementaire onderzoekscommissie werd ingesteld die de betrokkenen binnen voetbalbond en ordediensten verhoorde.

Al op 9 juli 1985 kwam ze met haar bevindingen.In het rapport werd minister Charles-Ferdinand Nothomb in bedekte termen met de vinger gewezen.Nothomb weigerde af te treden, waarop zijn concurrent en vicepremier Jean Gol dan maar zelf zijn ontslag aanbood.

De Koning weigerde het ontslag van de Regering-Martens V. Daarop kwamen de Franstalige liberalen terug op hun stappen, maar het leidde wel tot vervroegde verkiezingen in oktober 1985.

Het gerechtelijk onderzoek in België was in handen van Marina Coppieters ’t Wallant. Op het strafproces, van oktober 1988 tot april 1989, kregen veertien Britse supporters een celstraf, al dan niet met uitstel.

Rijkswachtkapitein Johan Mahieu liep een veroordeling met uitstel op, net als de secretaris-generaal van de Belgische voetbalbond, Albert Roosens.Minister Nothomb en burgemeester Hervé Brouhon werden vrijgesproken, evenals de andere beklaagden: rijkswachtcommandant Michel Kensier, Brussels schepen van sportzaken Viviane Baro, UEFA-voorzitter Jacques Georges en secretaris-generaal Hans Bangerter.

Het Openbaar Ministerie ging in beroep tegen het vonnis.

Het arrest van het Hof van Beroep viel op 26 juni 1990 en legde zwaardere straffen op voor elf veroordeelden.

Een van de veertien supporters verkreeg de vrijspraak. Hans Bangerter werd alsnog veroordeeld, waardoor de UEFA mee moest bijdragen aan het schadeloos stellen van de slachtoffers.

Na afwijzing van de cassatieberoepen, sloten de aansprakelijk verklaarde partijen een akkoord over de onderlinge verdeling van de 250 miljoen frank (ongeveer 6,2 miljoen euro) schadevergoedingen.

De overeenkomst werd op 19 november 1991 ondertekend en voorzag in de volgende verdeelsleutel:42,5% voor de Belgische staat;42,5% voor de KBVB;15% voor de UEFA.De Engelse clubs en Football Association besloten kort daarna om alle clubs uit die competitie voor vijf jaar uit te sluiten van de Europese competities, een beslissing die later door de UEFA werd bekrachtigd.

Omdat Liverpoolsupporters de oorzaak waren van de ramp werd Liverpool nog een extra jaar uitgesloten van Europees voetbal.

Op 29 mei 2005 werd een monument onthuld bij het nieuwe stadion om het drama te herdenken dat precies 20 jaar eerder had plaatsgevonden. (Diverse bronnen, Pieter-Jan Segers, Lieselot Deprins en Wikipedia)