Meer dan een week geleden, deelde ik een artikel met als titel de wetteloosheid in Katanga en de rest van Congo, ondanks de aanwezigheid van de Uno troepen en afkomstig uit de Panorama van 29 oktober 1963.

In de Panorama van 26 november 1963, lezen we twee lezersbrieven die ze stuurde naar de redactie over dit artikel.

Ik wil ze graag met jullie delen, de eindconclusie laat ik aan jullie over.

Gisteren nog vandaag

Gisteren nog vandaag

60 jaar geleden, de wetteloosheid in Katanga en de rest van Congo, ondanks de aanwezigheid van de Uno troepen.

De geschiedenis van de uno troepen in Congo in de jaren 60 is een verhaal van interventie, conflict en tragedie.

De uno troepen werden naar Congo gestuurd na de onafhankelijkheid van België in 1960, om de orde te herstellen en de eenheid van het land te bewaren.

Maar al snel raakten ze betrokken bij een complexe burgeroorlog, waarbij verschillende facties streden om de macht en de controle over de rijke grondstoffen van Congo.

Een van de belangrijkste figuren in deze strijd was Patrice Lumumba, de eerste democratisch verkozen premier van Congo.

Hij was een nationalistische leider die opkwam voor de rechten en belangen van de Congolese bevolking.

Hij werd echter tegengewerkt door zowel binnenlandse als buitenlandse krachten, die hem beschouwden als een bedreiging voor hun belangen.

Lumumba werd afgezet door een staatsgreep onder leiding van Joseph-Désiré Mobutu, met steun van België en de Verenigde Staten.

Hij werd vervolgens gevangengenomen en vermoord in januari 1961, onder verdachte omstandigheden.

De moord op Lumumba veroorzaakte een internationale crisis en leidde tot een escalatie van het geweld in Congo.

Verschillende provincies, waaronder Katanga en Zuid-Kasaï, verklaarden zich onafhankelijk van de centrale regering in Leopoldstad (nu Kinshasa).

De uno troepen probeerden deze afscheidingen te verhinderen en te onderdrukken, maar stuitten op hevig verzet van de Katangese gendarmes, die gesteund werden door Belgische huurlingen en mijnbedrijven.

De uno troepen werden ook beschuldigd van partijdigheid en schendingen van de mensenrechten.

De uno missie in Congo duurde vier jaar, van 1960 tot 1964, en kostte het leven aan meer dan 250 uno soldaten en duizenden Congolezen.

Het was de grootste en duurste uno operatie tot dan toe, maar slaagde er niet in om een duurzame vrede en stabiliteit te brengen in Congo.

Het land bleef geteisterd worden door politieke instabiliteit, economische achteruitgang en sociale onrechtvaardigheid.

De uno troepen trokken zich terug uit Congo in juni 1964, nadat ze erin geslaagd waren om de territoriale integriteit van het land te herstellen, maar zonder een echte oplossing te bieden voor de dieperliggende problemen. (Panorama 29 oktober 1963)

Gisteren nog vandaag

Gister nog vandaag

Vandaag 75 jaar geleden, inhuldiging van het standbeeld van generaal Emile Storms in Elsene (17 oktober 1948).

Dit ging samen met verschillende demonstraties om de veertigste verjaardag van de annexatie van Congo bij België en de twintigste verjaardag van de Vereniging van Koloniale Veteranen te vieren.

Op het Square de Meeus (voorheen Square de l’Industrie, en is een plein en park in de Leopoldswijk in Brussel.) werd de buste van generaal Storms, oprichter van Pala en architect van de slavernijcampagne, op zijn basis teruggeplaatst.

De vorige buste van deze man werden tijdens de oorlog door de Duitsers verwijderd om te gebruiken als grondstop voor de oorlogsindustrie.

Toen kreeg die man nog steeds lof voor zijn strijd tegen de slavernij en beschreef men hem in de Belgische pers als de bevrijder van de Congolese bevolking. Dit gezien zijn jacht op plaatselijke slavendrijvers.

Generaal Storms was een Belgische militair die vooral bekend is om zijn rol in de kolonisatie van Congo.

Hij werd geboren in 1840 in Antwerpen en trad in 1859 toe tot het Belgische leger.

Hij nam deel aan verschillende veldtochten in Europa en Afrika, waaronder de Frans-Duitse Oorlog, de Mahdi-opstand in Soedan en de Congolese verovering van Leopold II.

Generaal Storms en Lusinga Lwangombe waren dan ook twee belangrijke figuren in de koloniale geschiedenis van Congo.

Storms was een Belgische militair die in 1884 de opdracht kreeg om het gebied rond het Tanganyikameer te veroveren en te pacificeren.

Lusinga werd rond 1840 geboren in Buluba, het land ten noordoosten van Lubanda, bewoond door de oostelijke Luba.

Op een gegeven moment schijnt Lusinga Unyanyembe, bij Tabora in het huidige Tanzania, te hebben bezocht, waar hij zich bewust werd van de waarde die aan slaven en ivoor werd gehecht.

Hij bewapende zich en was de eerste die vuurwapens gebruikte in de streek ten westen van het Tanganyikameer.

Met deze superieure bewapening versloeg hij al snel de stamhoofden van de regio Kaap Tembwe, een belangrijk punt in de handelsoversteek van het Tanganyikameer, en vestigde zich daar in een versterkt dorp.

Nadat hij de plaatselijke bevolking door slavenarbeid had uitgedund, en onder druk van andere slavendrijvers, verhuisde hij naar een nieuwe basis op twee dagen lopen van Lubanda in het Mugandja-gebergte, aan de oevers van de Muswe, een zijrivier van de Lufuko.

Aan het eind van zijn leven had Lusinga zestig vrouwen.

Deze leverden nuttige arbeidskrachten voor landbouwwerkzaamheden, waardoor Lusinga zijn rijkdom nog verder zag toenemen.

Hij stond ook bekend om zijn verzet tegen de Europese indringers.

De confrontatie tussen Storms en Lusinga vond plaats op 4 december 1884, toen Storms met een kleine troepenmacht de heuvel bestormde waar Lusinga zijn versterkte dorp had gebouwd.

Na een kort gevecht werd Lusinga gedood en onthoofd door Storms, die zijn schedel als trofee meenam naar Europa. Toen hij terugkeerde, gaf hem aan de antropoloog Émile Houzé, die een verhandeling over het onderwerp schreef waarin hij de “degeneratie” in de schedel zag.

De schedel wordt nog steeds bewaard in het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika in Tervuren.

Storms liet ook het dorp platbranden en nam veel vrouwen en kinderen gevangen.

Deze gewelddadige actie maakte een einde aan de onafhankelijkheid van de Tabwa en opende de weg voor de Belgische kolonisatie van het gebied.

Hij stond bekend als een meedogenloze en ambitieuze leider, die geen genade toonde voor de inheemse bevolking.

Hij was verantwoordelijk voor talrijke wreedheden, zoals het afhakken van handen, het verbranden van dorpen en het uitbuiten van dwangarbeiders.

Hij werd door sommigen beschouwd als een held en door anderen als een schurk.

In 1895 keerde hij terug naar België, waar hij werd bevorderd tot luitenant-generaal en lid werd van de Senaat. Hij overleed in 1918 in Brussel.

Zijn standbeeld staat sinds 1923 in het Meeûssquare in Elsene, maar is al jaren het onderwerp van controverse en protesten.

Sommigen willen het standbeeld verwijderen of aanpassen, omdat het een symbool is van het koloniale verleden en het lijden van de Congolezen.

Anderen willen het standbeeld behouden of beschermen, omdat het een deel is van de Belgische geschiedenis en cultuur.

Sinds hij in 2018 burgemeester van Elsene werd, maakte Christophe Doulkeridis (Ecolo) duidelijk dat hij het beeld, een kopie van het marmeren origineel uit 1906 van Marnix D’Haveloose, wilde verwijderen.

De plannen raakten in een stroomversnelling door de Black Lives Matter-protesten.

“Het zou een vergissing zijn om alles te verwijderen, maar het zou ook een vergissing zijn om niets te verwijderen,” aldus de burgemeester. “Hier hebben we ervoor gekozen om de buste te verwijderen van iemand die bekendstond voor zijn barbaarsheid, iemand die hoofden afhakte.

De buste hoort niet meer thuis op het voetstuk waarop ze werd geplaatst,” aldus Doulkeridis.

“De opfrissing van het geheugen gebeurt op verschillende bevoegdheidsniveaus, zowel federaal als gewestelijk.

Ook onze gemeente Elsene neemt haar verantwoordelijkheid op in deze zaak en voert op initiatief van burgemeester Christos Doulkeridis dit laakbaar historisch personage af,” zegt Romain De Reusme, PS-fractieleider in het schepencollege.

Al in 2020 diende de gemeente een aanvraag van stedenbouwkundige vergunning in om de buste van luitenant-generaal Storms en de sokkel op de Meeûssquare af te breken.

Daarvoor moest onder andere een volledige historische analyse gemaakt worden van de square om de oorspronkelijke samenstelling te bepalen.

Gezien de originele buste in 1943 werd gestolen door de Duitsers en vervangen door een marmeren kopie, behoort de buste niet tot het oorspronkelijk beschermd geheel.

De Koninklijke Musea voor Schone Kunsten van België en het Museum van Elsene hebben aangeboden om het standbeeld te ontvangen en in zijn historische context te plaatsen.

In afwachting van een beslissing zal het door de gemeente in bewaring worden gehouden.

Wat betreft Lusinga Lwangombe, die krijgt nu alle positieve aandacht en heeft in de emblematische Grote Rotonde in het vernieuwde Afrikamuseum, een beeld gekregen in 2020, ontworpen door de Congolese kunstenaar Aimé Mpane dat de schedel van chef Lusinga voorstelt.

Deze maand 75 jaar geleden, op reis via de stoomboot koningin Astrid op de Kongo rivier tijdens de lente van 1948.

De Kongo rivier is een van de belangrijkste rivieren in Afrika en de wereld. Het is de op een na langste rivier in Afrika, na de Nijl, en de op een na grootste rivier ter wereld qua waterafvoer, na de Amazone.

Gisteren nog vandaag

De Kongo rivier stroomt door tien landen, maar het belangrijkste voor de rivier is Congo, het land dat zijn naam ontleent aan de rivier.

De Kongo rivier heeft een grote invloed gehad op de geschiedenis, cultuur, economie en ecologie van Congo en zijn bevolking.

De rivier was een belangrijke route voor de handel en de verspreiding van ideeën en religies in het prekoloniale tijdperk.

De rivier was ook een bron van conflicten en uitbuiting tijdens de koloniale periode, toen Europese mogendheden probeerden de rijke natuurlijke hulpbronnen van het gebied te controleren en te plunderen.

De rivier was ook een symbool van verzet en onafhankelijkheid voor de Congolezen, die vochten tegen het kolonialisme en het autoritarisme.

De Kongo rivier blijft een essentiële rol spelen in het heden en de toekomst van Congo en zijn mensen.

De rivier biedt water, voedsel, energie, transport en recreatie voor miljoenen mensen die langs zijn oevers wonen.

De rivier is ook een hotspot van biodiversiteit, met duizenden soorten planten en dieren die nergens anders ter wereld voorkomen.

De rivier is ook een bron van uitdagingen en kansen voor duurzame ontwikkeling, aangezien Congo wordt geconfronteerd met problemen zoals armoede, conflicten, corruptie, klimaatverandering en milieubescherming.

75 jaar geleden, op reis via de stoomboot koningin Astrid op de Kongo rivier tijdens de lente van 1948.

Deze stoomboot was een van de eerste passagiersschepen op de Kongo rivier, dat in 1934 werd gedoopt als koningin Astrid, ter ere van de toenmalige koningin van België.

Het schip had een lengte van 45 meter en een breedte van 8 meter. Het kon 150 passagiers en 200 ton vracht vervoeren.

Het schip speelde een belangrijke rol in de koloniale geschiedenis van Congo, want het bracht handel, missie en bestuur naar de binnenlanden.

Het schip was in dienst tot 1960, toen Congo onafhankelijk werd.

Daarna werd het schip verlaten en verroestte het langzaam aan de oever van de rivier.

Vandaag 60 jaar geleden, Slag bij Jadotstad tijdens interventies van de Verenigde Naties in het Katanga-conflict in Congo (De Post 24 september 1961)

Op woensdag 13 september 1961 gaf secretaris-generaal van de VN Dag Hammarskjöld toestemming voor een door de VN geleid militair offensief, genaamd Operatie Morthor.

Doel van de Opération des Nations Unies au Congo (ONUC) was om huursoldaten die onder bevel stonden van de door de in juli 1960 afgescheiden staat Katanga een halt toe te roepen.

Hoewel het mandaat van de VN voorschreef dat de ONUC-eenheden strikt onpartijdig dienden te blijven, meenden de politieke leiders van Katanga dat de VN zijn mandaat had gebroken en partij koos voor de tegenstander van Katanga, de centrale Congolese overheid.

Dag Hammarskjöld overleed ten tijde van het offensief, toen het vliegtuig waarmee hij naar de Katangese president Moïse Tshombe reisde om over een staakt-het-vuren te onderhandelen, boven Congo neerstortte.

Hoewel destijds uitgegaan werd van een ongeluk, zijn er later bewijzen gevonden die theorieën staven dat het hier om een doelbewuste aanslag ging.

Vandaag 60 jaar geleden, Slag bij Jadotstad tijdens interventies van de Verenigde Naties in het Katanga-conflict in Congo (De Post 24 september 1961)

Na de start van Operatie Morthor reageerde het Katangese bewind met een tegenaanval op de geïsoleerde VN-basis bij Jadotstad, ongeveer 100 kilometer van het VN-hoofdkwartier in Elizabethstad (thans Lubumbashi).

Een door de VN uitgezonden compagnie van het 35 bataljon van het Ierse leger werd aangevallen door troepen die loyaal waren aan de Katangese minister-president Moïse Tshombe, gesteund door Belgische, Franse en Rhodesische huurlingen.

Het lichtbewapende Ierse leger hield zes dagen stand en moest zich overgeven toen ammunitie en watervoorraden opraakten

De Ierse compagnie werd bij terugkomst in eigen land stilletjes ontvangen.

Hoewel commandant Pat Quinlan meerdere mannen had aangedragen voor een onderscheiding, is geen van deze destijds uitgereikt.

De publieke opinie vond de vertoning bij Jadotstad vooral vernederend omdat de soldaten zich hadden overgegeven en gevangen waren genomen.

Pas een halve eeuw later heeft de Ierse overheid de compagnie een officieel eerbetoon gegeven.

Quinlan heeft dit niet meegemaakt: hij overleed in 1997.

Het door Declan Power geschreven boek over de gebeurtenissen, getiteld The Siege at Jadotville: The Irish Army’s Forgotten Battle uit 2005 werd in 2016 verfilmd als The Siege of Jadotville.

De première van de film, met daarin onder andere Jamie Dornan en Mark Strong, vond plaats tijdens het Galway Film Festival.

Vandaag 60 jaar geleden, Slag bij Jadotstad tijdens interventies van de Verenigde Naties in het Katanga-conflict in Congo (De Post 24 september 1961)
Vandaag 60 jaar geleden, Slag bij Jadotstad tijdens interventies van de Verenigde Naties in het Katanga-conflict in Congo (De Post 24 september 1961)
Vandaag 60 jaar geleden, Slag bij Jadotstad tijdens interventies van de Verenigde Naties in het Katanga-conflict in Congo (De Post 24 september 1961)

Het is vandaag exact 60 jaar geleden dat Patrice Lumumba, voormalig eerste minister van de Democratische Republiek Congo, vermoord werd.

Het is vandaag exact 60 jaar geleden dat Patrice Lumumba, voormalig eerste minister van de Democratische Republiek Congo, vermoord werd.

Zo schreef de pers er toen over in Vlaanderen en Nederland en vreemd genoeg was de Vlaming, maar op de hoogte van deze moord bijna een maand na de feiten.

Het is namelijk pas op 13 februari 1961 dat de Katangese minister Godefroid Moenongo verklaarde dat Patrice Lumumba is overleden.

Volgens zijn verklaring gebeurde dit na een ontsnapping poging van Patrice Lumumba.

Onmiddellijk na zijn verklaring kwam het tot verschillende protestbetogingen bij Belgische ambassades.

In Joegoslavië, Polen en Egypte kwam het tot geweld: in Belgrado sloegen demonstranten het interieur van de ambassade kort en klein, in Warschau mishandelden ze personeel en in Caïro staken ze de ambassade in brand.

België eiste schadevergoeding en verbrak de diplomatieke betrekkingen toen Nasser die weigerde.In februari 2002 gaf de Belgische overheid toe “onmiskenbare verantwoordelijkheid te hebben gehad in de gebeurtenissen die tot Lumumba’s dood hebben geleid”, al wilde men niet de volledige verantwoordelijkheid opnemen.

De parlementaire onderzoekscommissie, bijgestaan door deskundigen Emmanuel Gerard, Luc De Vos, Jules Gérard Libois en Philippe Raxhon, vond dat een aantal vooraanstaande Belgen (al dan niet direct) een rol hadden gespeeld in de moord op Lumumba.

Er werd echter geen doorslaggevend bewijs gevonden dat de moord zelf in opdracht gebeurde van de Belgische autoriteiten.

In juli 2002 werden er door de Verenigde Staten documenten vrijgegeven die de rol van de CIA in de moord op Lumumba onthulden.

De CIA zou Lumumba’s tegenstanders gesteund hebben met geld en politieke ondersteuning, en in Mobutu’s geval met wapens en militaire training.

Ook zou er van de CIA uit een moordenaar op pad zijn gegaan met de missie om Lumumba te vergiftigen.

Hij wierp zijn wapens echter in de rivier en zou de moord alsnog niet uitgevoerd hebben. Lumumba werd uiteindelijk toch geëxecuteerd door Katangese separatisten, al dan niet in opdracht van. (Diverse bronnen, Wikipedia en De Post 28 februari 1961)

60 jaar geleden, sfeerbeelden van de grimmige Congocrisis in de Post van 8 november 1960

Op 14 september 1960 verscheen legerleider Mobutu op het hoogste politieke toneel.Gesteund door de CIA, die in Lumumba een gevaar zag wegens zijn samenwerking met de Russen, pleegde Mobutu een coup en ‘ontsloeg’ Lumumba en Kasavubu.

Het zou het begin van het einde blijken van Patrice Lumumba

.Lumumba werd onder huisarrest geplaatst, waar hij eind november uit werd vrijgelaten.

Op 1 december werd hij in Kasai opgepakt door soldaten loyaal aan Mobutu. Lumumba werd overgeleverd aan zijn politieke vijanden in Katanga.

Na publieke vernederingen (het opeten van zijn eigen toespraken voor het oog van de pers) verdween hij.

Enkele weken later werd duidelijk dat Lumumba was vermoord.In 2001 zou een Belgische onderzoekscommissie vaststellen dat Patrice Lumumba doodgeschoten was door Congolese soldaten, vermoedelijk met medeweten van Belgische officieren.

De eerste premier van onafhankelijk Congo zou na zijn dood in stukken zijn gesneden, begraven, weer opgegraven en in zuur opgelost.

De ‘Congo-crisis’ zou zich voortslepen tot 1965, toen Mobutu wederom de macht greep, ditmaal om die tot 1997 vast te houden.

De VN lanceerden nog verschillende militaire interventies om verdere desintegratie van Congo te voorkomen en de honderdduizenden ontheemden te beschermen.

VN-baas Hammarskjöld zou het niet allemaal meer meemaken: in de nacht van 17 op 18 september 1961 overleed hij toen het vliegtuig waar hij in zat neerstortte in Congo.

De oorzaak van de crash is nooit opgehelderd.

60 jaar geleden, sfeerbeelden van de grimmige Congocrisis in de Post van 8 november 1960
60 jaar geleden, sfeerbeelden van de grimmige Congocrisis in de Post van 8 november 1960
60 jaar geleden, sfeerbeelden van de grimmige Congocrisis in de Post van 8 november 1960
60 jaar geleden, sfeerbeelden van de grimmige Congocrisis in de Post van 8 november 1960

50 jaar geleden, sfeerbeelden staatsbezoek koning Boudewijn en Fabiola aan Congo (De Post 12 juli 1970)

50 jaar geleden, Sfeerbeelden staatsbezoek koning Boudewijn en Fabiola aan Congo (De Post 12 juli 1970)
50 jaar geleden, Sfeerbeelden staatsbezoek koning Boudewijn en Fabiola aan Congo (De Post 12 juli 1970)
50 jaar geleden, Sfeerbeelden staatsbezoek koning Boudewijn en Fabiola aan Congo (De Post 12 juli 1970)
50 jaar geleden, Sfeerbeelden staatsbezoek koning Boudewijn en Fabiola aan Congo (De Post 12 juli 1970)

60 jaar geleden, receptie in het koninklijk paleis voor de leden van de rondetafelconferentie die de onafhankelijkheid van het toenmalige Belgisch Congo moest voorbereiden

60 jaar geleden, receptie in het koninklijk paleis voor de leden van de rondetafelconferentie die de onafhankelijkheid van het toenmalige Belgisch Congo moest voorbereiden 1
60 jaar geleden, receptie in het koninklijk paleis voor de leden van de rondetafelconferentie die de onafhankelijkheid van het toenmalige Belgisch Congo moest voorbereiden