65 jaar geleden, Gaston de Gerlache na 17 maanden weer thuis in Oostende.

Gaston de Gerlache was de zoon van Adrien de Gerlache, en volgde in de voetsporen van zijn vader door de tweede Belgische expeditie naar Antarctica te leiden in november 1957 tot april 1959, 60 jaar nadat zijn vader de eerste leidde met de Belgica.

Tijdens deze tweede expeditie, waarbij de Polarhav en de Polarsirkel hen naar Antarctica brachten, werd daar de Koning Boudewijnbasis opgericht.

De bedoeling van de expeditie was tweeledig.

Ten eerste wilde men wetenschappelijk onderzoek verrichten en verder wilde men Antarctica zelf ontdekken en in kaart brengen.

In 1960 publiceerde Gaston de Gerlache zijn reisverhaal in Retour dans l’antarctique.

Het jaar daarop maakte hij een documentaire over zijn expeditie onder de naam Plein sud.

Tijdens de volgende expeditie, onder leiding van Guido Derom, werd een 2400 meter hoge berg op Antarctica genoemd naar Gaston de Gerlache.

Hij woonde een tijdlang in het kasteel de Gerlache te Huise en Gaston was gehuwd met Lily van Oost, een dochter van bouwheer Georges van Oost.

Hij was gedurende achttien jaar burgemeester van Mullem, zijn vrouw Lily gedurende zes jaar, tot de fusie in 1976.

Na zijn overlijden werd zijn stoffelijk overschot bijgezet in de familiegrafkelder op het kerkhof van Gomery, waar zich ook het familiekasteel bevindt.

De geschiedenis van Sint-Walburgakerk in Oudenaarde in oude postkaarten uit mijn eigen verzameling.

De Sint-Walburgakerk in Oudenaarde is een van de belangrijkste gotische kerken in Vlaanderen.

De kerk werd gebouwd tussen de 12e en 16e eeuw en heeft een rijke geschiedenis.

De kerk was oorspronkelijk gewijd aan de heilige Walburga, een Engelse abdis die in de 8e eeuw leefde.

De huidige kerk bestaat uit twee delen: het vroeggotische koor uit de 13e eeuw en het schip in Brabantse gotiek uit de 15e en 16e eeuw.

De toren, die 88 meter hoog is, heeft een barokke kap uit 1620 die ontworpen werd door de Oudenaardse architect Simon de Pape.

De Sint-Walburgakerk herbergt ook een schat aan kunstwerken, vooral uit de barokperiode.

Een van de meest opvallende werken is het hoofdaltaar dat gemaakt werd door Rubens en zijn leerlingen.

Het altaarstuk toont de hemelvaart van de heilige Walburga en is een meesterwerk van kleur en compositie.

De Sint-Walburgakerk heeft ook een bijzondere orgelgeschiedenis.

Al in de 15e eeuw was er sprake van een groot orgel in de kerk dat later vervangen werd door een nieuw orgel van Cornelis de Moor rond 1543.

Dit orgel werd echter verkocht in 1910 en vervangen door een nieuw orgel van de Brusselse orgelbouwer Cloetens in 1912.

Dit orgel werd in 2013 grondig gerestaureerd en is nog steeds te bewonderen in de kerk.

90 jaar geleden, het Kasteel ter Ham in Steenokkerzeel en toen verblijfplaats van ex-keizerin Zita van Oostenrijk (februari 1934)

Het Kasteel ter Ham is een historisch waterslot in Steenokkerzeel, dat al sinds de 13e eeuw bestaat.

Het huidige kasteel werd gebouwd rond 1500 door Filip III Hinckaert, die het domein had gekocht van de familie van Lannoy.

Hij liet het oude stenen kasteel afbreken en een nieuw kasteel optrekken, omgeven door grote vijvers en twee ophaalbruggen.

Het kasteel werd geïnspireerd door het kasteel van Laarne en kreeg een donjonachtig uitzicht met een groot zadeldak, kantelen en een kegelvormige torenspits.

Het kasteel wisselde nog verschillende keren van eigenaar, onder meer de families van Hamme, Brandenburg, Cotereau, Salm, Groesbeek en de Croix.

Het kasteel kende ook verschillende verbouwingen en restauraties, vooral in de 18e en 20e eeuw.

In 1929 werd het kasteel verhuurd aan de voormalige keizerin Zita van Bourbon-Parma en haar gezin, die er tot mei 1940 verbleven.

In 1943 werd het kasteel zwaar beschadigd door een Duitse bom.

In 1955 kocht de gemeente Steenokkerzeel het domein, maar kon het niet onderhouden.

In 1964 werd het kasteel eigendom van de Vlaamse overheid, die het liet restaureren en inrichten als conferentieoord.

Sinds 2014 is het kasteel in erfpacht gegeven aan Optimum C, een expertisecentrum voor ouderenzorg.

In de onmiddellijke nabijheid van het kasteel, op de plaats van de oude kasteelhoeve, werden vanaf 2018 twintig nieuwbouwwoningen opgetrokken.

De geschiedenis van Onze-Lieve-Vrouwekerk van Pamele in Oudenaarde.

De Onze-Lieve-Vrouwekerk van Pamele is een gotische kerk in Oudenaarde, aan de rechteroever van de Schelde.

In deze kerk werd op 5 juli 1522 Margaretha van Parma gedoopt.

Margaretha van Parma was een buitenechtelijke dochter van keizer Karel V en Johanna van der Gheynst.

Johanna van der Gheynst werd geboren rond 1505 in Nukerke bij Oudenaarde, als dochter van een tapijtverkoper en een adellijke dame.

Ze werd wees op vijfjarige leeftijd en kwam in dienst bij Karel I van Lalaing, de gouverneur van Oudenaarde.

In 1521 ontmoette ze keizer Karel V.

Na de bevalling van haar dochter, moest ze afstand doen van haar kind. Want Karel V erkende haar als zijn wettige kind en liet haar opvoeden door zijn tante en zijn zus.

Johanna trouwde later met Johan van den Dijcke, een raadsheer en rekenmeester, en kreeg nog negen kinderen.

Ze stierf in Brussel op 15 december 1541.

Margaretha van Parma verhuisde op jonge leeftijd naar Italië, waar ze twee keer trouwde en hertogin van Florence, Parma en Piacenza werd.

In 1559 werd ze door haar halfbroer Filips II aangesteld als landvoogdes over de Habsburgse Nederlanden.

Ze kreeg te maken met de opstand van de edelen, het smeekschrift en de beeldenstorm.

In 1567 werd ze vervangen door de hertog van Alva en keerde ze terug naar Italië, waar ze in 1586 overleed in Ortona.

De kerk werd gebouwd tussen 1234 en 1300 in opdracht van Arnulf IV, de heer van Oudenaarde en Pamele.

De naam van de bouwmeester, Arnulf van Binche, staat vermeld op een plaat op de gevel.

De kerk is een voorbeeld van Scheldegotiek, met een dubbele overlangse galerij, een achtzijdige vieringstoren en hoektorentjes.

De kerk heeft ook een authentiek dakgebinte uit de 13e eeuw bewaard.

De drassige grond rond en onder de funderingen van het kerkgebouw zorgt voor instabiliteit.

De Schelde stroomt vlak langs de noordwestelijke gevel. De verzakking is vooral zichtbaar aan de binnenkant van het transept en het priesterkoor.

De provincie Oost-Vlaanderen houdt de stabiliteit regelmatig in de gaten via Monumentenzorg.

Van 21 september 2024 tot 5 januari 2025 organiseert het MOU een ambitieuze tentoonstelling gewijd aan de fascinerende figuur Margaretha van Parma (1522-1586).

Vandaag 90 jaar geleden, eedaflegging van Koning Leopold III (23 februari 1934)

Hij volgde zijn vader Albert I op, die een paar dagen eerder was omgekomen bij een klimongeval in Marche-les-Dames.

Leopold III werd geboren op 3 november 1901 in Brussel als oudste zoon van Albert I en Elisabeth.

Hij bracht zijn jeugd door op het kasteel van Laken en kreeg een strenge opvoeding.

In 1914, na het uitbreken van de oorlog, vergezelde hij zijn ouders en verbleef met hen in De Panne.

Van 1915 tot 1919 was hij, met onderbrekingen, leerling in Eton College.

Vanaf 1919 volgde hij in Brussel een militaire opleiding.

Hij huwde in 1926 met prinses Astrid van Zweden, met wie hij drie kinderen kreeg: Josephine-Charlotte, Boudewijn en Albert.

Bij zijn eedaflegging op 23 februari 1934 was hij 32 jaar oud.

De plechtigheid vond plaats in het parlement, in aanwezigheid van de regering, de hoge magistratuur, de diplomatieke vertegenwoordigers en de leden van de koninklijke familie.

Leopold III legde de eed af in de drie landstalen: Nederlands, Frans en Duits.

Hij beloofde de grondwet en de wetten van het Belgische volk te onderhouden en de nationale onafhankelijkheid en de integriteit van het grondgebied te handhaven.

Geschiedenis van het Kasteel van Tieghem de ten Berghe in Mariakerke en haar bouwheer.

Het kasteel is ontworpen door de architect Joseph Schadde en werd in 1890 voltooid in opdracht van Paul Van Tieghem.

Paul Van Tieghem was de erfgenaam van de heerlijkheid Schaubroeck, een oud leen dat zich uitstrekte over de parochies Mariakerke, Drongen en Wondelgem.

De geschiedenis van deze familie gaat terug tot de 14de eeuw, toen ze eigenaar werden van het goed van Coolman dat later het kasteel Van Tieghem de ten Berghe zou worden.

In de loop der eeuwen kwam de heerlijkheid Schaubroeck in handen van verschillende adellijke geslachten, zoals de Triest, de Borluut en de Van der Noodt.

In 1889 liet Paul Van Tieghem het oude kasteel afbreken en een nieuw neogotisch kasteel bouwen dat hij Les Muguets noemde.

Hij woonde er tot 1917, waarna het kasteel door de Duitsers bezet werd en later aan diverse huurders verhuurd werd.

Het gebied van de heerlijkheid Schaubroeck werd grotendeels verkaveld in de 20ste eeuw.

Na de Tweede Wereldoorlog raakte het kasteel verwaarloosd en onbewoond, totdat het in 1963 werd aangekocht door de gemeente Mariakerke.

Het kasteel werd gerestaureerd en deed vanaf 1967 dienst als het gemeentehuis van Mariakerke.

Na de fusie met Gent in 1977 werd het kasteel een dienstencentrum voor de deelgemeente.

Het kasteel is sinds 1997 beschermd als monument en is een voorbeeld van de neogotische stijl.

Onder neogotiek wordt een 19e-eeuwse stroming in de bouwkunst verstaan die zich geheel heeft laten inspireren door de middeleeuwse gotiek.

Het kasteel heeft een rechthoekige plattegrond met een polygonaal (Polygonaal wil zeggen “naar vele richtingen verlopend” en het woord bestaat uit het Griekse poly (veel) en de toevoeging “gonaal”, die afkomstig is van het Griekse gonia (hoek) hoektorentje op de noordoostelijke hoek.

De voor- en achtergevel worden gemarkeerd door een breed middenrisaliet met een opengewerkte puntgevel.

Het kasteel is opgetrokken uit rode baksteen met verwerking van arduin en heeft een schilddak met leien.

Het interieur is aangepast aan de neogotische stijl en bevat onder meer stucversiering, schouwmantels en wapenschilden (foto februari 1934)

Deze maand, 70 jaar geleden, veiling van de bezittingen van Faroek I door de Egyptische regering.

Faroek I van Egypte was de koning van 1936 tot 1952, toen hij werd afgezet door een staatsgreep van de Vrije Officieren.

Hij stond bekend om zijn weelderige levensstijl, zijn verzamelingen en zijn kleptomanie.

Na zijn afzetting vluchtte hij naar Italië, waar hij in 1965 overleed.

Een van de gebeurtenissen die zijn reputatie schaadden, was de veiling van zijn bezittingen door de regering in 1954.

De veiling duurde tien dagen en bracht meer dan 3 miljoen pond op.

Onder de geveilde voorwerpen waren sieraden, kleding, meubels, auto’s, wapens, postzegels en munten.

Een van de munten was het Amerikaanse gouden 20 dollarstuk van 1933 dat later de kostbaarste munt uit de geschiedenis werd.

De veiling was bedoeld om geld in te zamelen voor de ontwikkeling van Egypte, maar werd ook gezien als een vernedering voor de voormalige koning en een symbool van het einde van de monarchie.

De veiling duurde 10 dagen en omvatte onder andere auto’s, juwelen, meubels, kunstwerken en zelfs dieren.

Om van de verkoop een succes te maken, kregen de kopers die voor meer dan 5 miljoen Franse Frank kochten, de eer en het voorrecht om de verzameling pornografische voorwerpen en afbeeldingen van Faroek I te mogen zien.

De grote verzamelingen postzegels en munten van de koning waren wereldberoemd.

Hij bezat onder meer de kostbaarste munt uit de geschiedenis, het Amerikaanse gouden 20 dollarstuk van 1933.

Dit exemplaar bracht op een veiling in 2002 7,5 miljoen dollar op.

De opbrengst van de veiling was ongeveer 3 miljoen pond, maar veel van de spullen werden onder de marktwaarde verkocht of gestolen door corrupte ambtenaren.

Gisteren nog vandaag

Na de Egyptische onafhankelijkheid van Groot-Brittannië in 1922 veranderde de titel van sultan Foead I naar die van koning.

In april 1936 overleed Foead I, waardoor zijn zoon Farouk I op 16-jarige leeftijd koning van Egypte werd.

Een van zijn eerste daden als staatshoofd was al zijn auto’s (hij had er meer dan 100) rood te laten verven).

Daarna verbood hij per wet, die kleur voor elke andere wagen, zodat hij snel zonder last van de politie door zijn land kon scheuren.

26 jaar lang heerste hij met ijzeren hand en bouwde een nogal dubieuze reputatie op.

Door zijn overdadige levensstijl kreeg Faroek de weinig liefkozende naam ‘Playboy-koning’ en stond hij te boek als een kleptomaan.

Faroek ging helemaal op in deze, zeker voor een monarch, ongewone hobby.

Toen hij Winston Churchill over de vloer kreeg, maakte hij hem diens horloge afhandig.

Nadat de Britse diplomatieke diensten discreet protest aantekenden tegen deze protocollair niet zo gangbare praktijk, werd het kleinood terugbezorgd, met als uitleg dat Farouk het “gevonden” had.

En toen in 1944 de kist met daarin het stoffelijk overschot van de in Zuid-Afrika overleden Perzische koning een tussenlanding maakte in Caïro, stal Farouk het ceremoniële zwaard, de medailles en de broeksband van de afgestorvene.

Mede daardoor werd de impopulaire ‘Dief van Caïro’ in 1952 van de kroon gestoten door de legendarische kolonel Gamal Abdel Nasser.

Na zijn gedwongen onttroning nam Faroek met zijn luxe jacht op pompeuze manier vanuit havenstad Alexandrië de vlucht naar Monaco.

Na de revolutie ging Faroek in Rome wonen, maar zijn zoon Fouad en zijn dochters werden naar Zwitserland gestuurd.

Narriman Sadik, de tweede vrouw van Faroek vroeg de scheiding aan in 1953 en vertrok terug naar Egypte.

Haar zoon en de drie dochters uit het eerste huwelijk bleven bij Faroek.

In 1953 bracht de ex-koning een bezoek aan ons land en was hij te gast in Roeselare tijdens de batjesfeesten.

56 jaar geleden, stierf hij in Rome na het verorberen van een rijk diner.

De officiële lezing is dat hij stierf aan een hersenbloeding.

Volgens zijn zoon Ahmed Fouad II. die toen 13 jaar was, zou hij vergiftigd geweest zijn door zijn vijanden,

In een gesprek uit 2011 beweerde Ahmed Fouad II dat zijn vader niet de kans had om zijn fortuin mee te nemen naar het buitenland.

Vier jaar geleden werd het Patek Philippe uurwerk dat om Faroeks pols hing, verkocht door een onbekende koper voor 912.500 dollars. (Diverse bronnen, De Naakte Kroon van Jan van den Berghe. Wikipedia en Ons Volk 27 september 1951)

Gisteren nog vandaag

Vandaag 90 jaar geleden, komt koning Albert I om het leven bij een val van de rotsen in Marche-les-Dames (17 februari 1934)

Koning Albert I werd geboren op Marche-les-Dames in Brussel als de tweede zoon van prins Filips, graaf van Vlaanderen, en prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen.

Prinses Maria van Hohenzollern-Sigmaringen werd geboren op 17 november 1845 in Sigmaringen, als de jongste dochter van Karel Anton, de laatste regerende vorst van Hohenzollern-Sigmaringen, en Josefine van Baden.

Haar broer Karel werd later koning van Roemenië en haar zus Stefanie werd koningin van Portugal.

Zij trouwde op 25 april 1867 in Berlijn met prins Filips, de tweede zoon van koning Leopold I van België en de jongere broer van koning Leopold II.

Het huwelijk was gearrangeerd door de Britse koningin Victoria, die een nicht was van Leopold I.

Zij stond bekend als zeer vroom en werd door Leopold II soms spottend “Onze Lieve Vrouw van Vlaanderen” genoemd.

Maria verloor twee van haar vijf kinderen: haar dochter Josephine stierf kort na haar geboorte en haar oudste zoon Boudewijn stierf op 21-jarige leeftijd.

Haar jongste zoon Albert volgde zijn oom Leopold II op als koning der Belgen op 23 december 1909.

Albert I leidde het land door de Eerste Wereldoorlog, waarin hij zich onderscheidde door zijn moed en vastberadenheid om de neutraliteit en integriteit van België te verdedigen tegen de Duitse invasie.

Hij stond aan het hoofd van het Belgische leger, dat vier jaar lang standhield aan de IJzer, en bezocht regelmatig de loopgraven om zijn soldaten aan te moedigen.

Hij genoot ook het respect en de bewondering van de geallieerde leiders, zoals de Franse president Raymond Poincaré en de Britse premier David Lloyd George.

Na de oorlog speelde Albert I een belangrijke rol in de vredesonderhandelingen en de wederopbouw van het land.

Hij bevorderde de sociale en economische hervormingen, zoals het algemeen enkelvoudig stemrecht, de achturendag en de sociale zekerheid.

Hij steunde ook de culturele en wetenschappelijke ontwikkeling van België, en was zelf een gepassioneerde alpinist, ontdekkingsreiziger en natuurliefhebber.

Albert I stierf tragisch op 17 februari 1934 bij een klimongeval in Marche-les-Dames, in de Ardennen.

Hij was 58 jaar oud.

Zijn dood schokte het hele land en de wereld.

Hij werd opgevolgd door zijn zoon Leopold III.

Vandaag, 55 geleden, huwelijk van Prinses Maria Gabriella van Savoye met Robert Zellinger de Balkany in Sainte-Mesme.

Eerder bereikte Prinses Maria Gabriella van Savoye de wereldpers in 1958 omdat ze weigerde te trouwen en dat wegens religieuze verschillen met de Shah Mohammed Reza Pahlavi van Iran.

Maria Gabriella di Savoia was het derde kind van de prins en prinses van Piemonte, geboren op 24 februari 1940, Napels, Italië.

Haar vader was de laatste koning van Italië, Umberto II, en haar moeder was Marie José van België.

Tijdens de Tweede Wereldoorlog vluchtte ze met haar moeder en haar broer en zussen naar Zwitserland, waar ze tyfus opliep maar herstelde.

Na de afschaffing van de monarchie in Italië in 1946, vestigde ze zich definitief in Zwitserland met haar familie.

Ze studeerde exacte wetenschappen, tolken en kunstgeschiedenis in Madrid, Genève en Parijs.

Robert Zellinger de Balkany was een Franse zakenman en vastgoedontwikkelaar van Hongaarse afkomst, die geboren werd op 4 augustus 1931 in Iclod, Roemenië.

Hij trouwde op 12 februari 1969 in Sainte-Mesme met prinses Maria Gabriella van Savoye.

Het kerkelijk huwelijk werd later gevierd op 21 juni 1969 in Eze-sur-Mer, op Château Balsan.

Het paar kreeg één dochter, Marie Elizabeth Zellinger de Balkany.

Het paar kreeg één dochter, Marie Elizabeth Zellinger de Balkany.

Marie Elizabeth werd geboren op 12 augustus 1971 in Genève.

Ze is een kunsthistorica en curator die werkt voor verschillende musea en galerijen in Europa.

Ze is getrouwd met Nicolas Kostopoulos, een Griekse bankier, en heeft twee kinderen: Alexander en Sophia.

Het huwelijk van Prinses Maria Gabriella van Savoye met Robert Zellinger de Balkany eindigde in een scheiding in 1990, na een eerdere scheiding van tafel en bed in 1976.

Robert Zellinger de Balkany overleed op 19 september 2015 in Genève, Zwitserland.

Prinses Maria Gabriella van Savoye richtte de Stichting Umberto II en Marie José van Savoye op en schreef verschillende boeken over het Huis Savoye.

Ze woont nog steeds in Èze, Frankrijk.

Gisteren nog vandaag

Koning Albert I, was de enige koning die een autogiro kon besturen (Foto 1934).

Een autogiro is een soort vliegtuig dat gebruikmaakt van een rotor om lift te genereren, maar ook een motor met propeller om voorwaartse snelheid te creëren.

Het verschil met een helikopter is dat de rotor niet aangedreven wordt door de motor, maar door de luchtstroom die erlangs gaat.

Dit heet autorotatie.

Een autogiro kan niet verticaal opstijgen of landen, maar heeft wel een kortere start-en-landingsbaan nodig dan een conventioneel vliegtuig.

Een autogiro is een soort vliegtuig dat een motorloze rotor heeft, die alleen door de langsstromende lucht in beweging wordt gebracht.

Dit zorgt voor een grote veiligheid en stabiliteit, maar ook voor een beperkte start- en landingsruimte.

De uitvinder van de autogiro was de Spaanse vliegtuigbouwer Juan de la Cierva y Codorníu (1895-1936), die zijn eerste succesvolle model in 1923 bouwde.

Hij noemde zijn uitvinding Autogiro, volgens de Spaanse spellingregels met een i.

Hij richtte in 1925 een fabriek op in Engeland, waar hij zijn toestellen verder ontwikkelde en verkocht.

Koning Albert I was een groot liefhebber van de luchtvaart en leerde in 1931 zelf een autogiro te besturen.

Hij maakte verschillende vluchten boven België en Europa, soms vergezeld door zijn zoon Leopold III.

De autogiro raakte in de vergetelheid door de opkomst van de helikopter, die meer mogelijkheden bood voor verticaal opstijgen en landen.

De uitvinder Juan de la Cierva kwam in 1936 om het leven bij een vliegtuigongeluk in Engeland.

Vandaag is het precies een eeuw geleden dat het museum in het Kasteel van Gaasbeek voor het eerst zijn deuren opende voor het publiek (11 februari 1924)

Het Kasteel van Gaasbeek werd oorspronkelijk gebouwd als een verdedigingsburcht rond 1240 door Godfried van Leuven, om het hertogdom Brabant te beschermen tegen het graafschap Henegouwen.

Doorheen de eeuwen werd het kasteel verschillende keren verwoest en heropgebouwd, en kwam het in handen van verschillende adellijke families, zoals de Hornes, de Egmonts en de Arconati Visconti’s.

De bekendste eigenaar was graaf Lamoraal van Egmont, die het kasteel kocht in 1565, maar drie jaar later onthoofd werd op bevel van de Spaanse koning.

In de 17de en 18de eeuw werd het kasteel omgevormd tot een luxueus zomerverblijf, met flamboyante parkgebouwen zoals de gloriëtte.

De laatste markiezin, Marie Peyrat, gaf het kasteel zijn huidige romantische uitzicht, geïnspireerd door de middeleeuwen.

Gisteren nog vandaag

Zij schonk het domein in 1921 aan de Belgische Staat.

Op 11 februari 1924 werd in aanwezigheid van de ministers Pierre Nolf (Kunsten en Wetenschappen) en Fulgence Masson (Justitie) het kasteel, dat al sinds de 13e eeuw bestaat, officieel ingehuldigd als een cultureel erfgoed (zie foto 3).

Het museum toont de rijke geschiedenis van het kasteel, dat verschillende eigenaars en verbouwingen heeft gekend, en de kunstcollectie die er door de eeuwen heen is verzameld.

Bezoekers kunnen genieten van schilderijen, meubels, wandtapijten, porselein en andere voorwerpen die getuigen van de levensstijl en smaak van de vroegere bewoners.

Sinds 1980 is het kasteel een museum van de Vlaamse Gemeenschap.