Vanaf vandaag 35 jaar geleden, De Krimson-crisis van Suske en Wiske dagelijks te lezen in De Standaard en Het Nieuwsblad tot en met 12 maart 1988.

De eerste albumuitgave was in september 1988.

Dit verhaal speelt zich af op de volgende locaties: café ‘n Bolleke, theater ’t Peertje, café het Verdriet van Vlaanderen, kasteel Hertoginnedal, een fort en het stadspark.

“Het Verdriet van Vlaanderen” is een allusie op Hugo Claus’ boek Het Verdriet van België (1983).

“Vlaanderen leeft” was in 1987-1988 een culturele campagne in Vlaanderen om het Vlaamse zelfbewustzijn aan te wakkeren.

Anna Plan is een allusie op het Sint-Annaplan van de regering-Martens VI.

Er wordt verwezen naar veel Bekende Vlamingen of Vlaamse historische figuren zoals Lutgart Simoens, Freddy Sunder, Armand Pien, Toots Thielemans, Raymond van het Groenewoud, Peter Benoit, Jacob van Artevelde,….

Volgende mensen komen echt in beeld: Gaston en Leo, Will Tura, Johan Verminnen, Urbanus, Eddy Wally en De Strangers.

Op pagina 55, strook 216 vechten alle bekende Vlamingen tegen Krimsons troepen. Tijdens de vechtpartij worden er verschillende uitspraken gedaan:

– Urbanus: “Wreed accident!” (“ernstig ongeluk”), een verwijzing naar een bekende sketch waarin hij een zogenaamde kettingbotsing heeft veroorzaakt.

– “Amaai m’n voeten ze kloppen op menne kop!”

– “’t Is v’r mee te doen aan het speil” verwijst naar het radio-typetje Vercruusse, bekend uit Radio Deprimo.

– “Hoger! Nee lager!” is een verwijzing naar het destijds populaire televisieprogramma Hoger, lager.

– “Allez, Tootske, blazen jong”, verwijst naar Toots Thielemans

– “Zo’n rettepetet die mé lullen heure tijd verschet” is een verwijzing naar het nummer “’n Rettepetet” (1987) door De Strangers.

– “Je veux de l’amour” verwijst naar het gelijknamige lied van Raymond van het Groenewoud

– “Ik voel me goed” verwijst naar het gelijknamige lied van Johan Verminnen

– “Oep m’n mansarde” verwijst naar Wannes Van de Veldes lied Mijn mansarde

– “Gordelen moet je doen” verwijst naar de slogan van De Gordel.

– “Heila Van ’t Groenewoud, in ’t Vlaams, hé zotteke!”

Aan het einde van het album wordt verwezen naar Marc Sleen en zijn reeks Nero, waar de hoofdpersonages van Suske en Wiske aan de wafelenbak bij Nero deelnemen.

Verschillende historische figuren in het album speelden ook al in vroegere Suske en Wiske-albums een belangrijke rol.

Zo dook Pieter Breughel de Oude al op in Het Spaanse spook en zijn gelijknamige schilderij in De dulle griet.

Naar Ambiorix werd al verwezen in het album Lambiorix.Peter Paul Rubens dook al eerder op in het album De raap van Rubens en Emmanuel Jozef Van Gansen in De gladde glipper.

Vandersteen maakte ooit twee stripalbums rond Tijl Uilenspiegel en De Geuzen is een andere stripreeks van hem.

In het verhaal is Schanulleke ineens verdwenen.

In andere albums gebeurt dat ook weleens, maar wordt ze altijd teruggevonden.

In dit verhaal echter niet.

Dit album is het enige Suske en Wiske-verhaal dat niet naar het Frans vertaald is.

Dit wegens de thematiek van het verhaal (Vlaams-nationalisme) dat ongeschikt bevonden werd voor een Waals publiek, alsook de vele referenties naar Vlaamse figuren en zaken die onbekend zijn in Wallonië.

In de plaats daarvan verscheen album 215 met twee gebundelde kortverhalen: De dappere duinduikers en Het monster van Loch Ness (Frans: “Les plongeurs des dunes” – “Le monstre du Loch Ness”) (Diverse bronnen en Wikipedia)

Mijn overgrootvader Joseph Stepman (vader van mijn marraine) was lid van het Gentse orkest van Gus Saget.

Gentenaar Gus(taaf) zijn zeven jaar jonge broer is Freddy Saget.


De twee broers werden geboren in een muzikale familie in Ledeberg en hun buur was Leo Martin.


Het was ook Gus(taaf) die het pseudoniem Saget bedacht heeft, want eigenlijk heet de familie Saegeman, maar dat is nu juist een totaal ongeschikte benaming voor zo’n muzikale familie.

Het is ook Gus die zijn jongere broer inspireerde om in zijn muzikale voetsporen te treden.
Zowel Freddy als zijn zoon Xavier Saget hebben deze naam dan ook overgenomen.

Met optredens in alle grote Europese bigbands van na de oorlog (vernoemen we enkel nog maar Kurt Edelhagen en Fud Candrix) was deze klarinettist en altsaxofonist voor zijn jongere broertje Freddy Saget een echte held.


Freddy Saget was klarinettist bij de muziekkapel van de Zeemacht, maar daarnaast maakte hij deel uit van het vaste orkest van de Gentse opera.


Ook had hij net als zijn oudere broer een eigen dansorkest.


Met zijn orkest speelde hij jarenlang iedere week in de Chalet du Sud, een voormalige danszaal op het Zuid, en was hij vaak op tournee in heel Europa.


Zijn zoon Xavier vertelde verleden jaar in de Gentenaar het volgende over zijn vader: “Omdat hij zo ervaren was, kon hij muziek spelen ‘op zicht’, zonder een stuk lang te moeten inoefenen”en dat maakte van hem een veelgevraagde gastmuzikant.


Hij deelde het podium met Gilbert Bécaud, Dalida, Salvatore Adamo, Johnny Logan en vele anderen.


Freddy Saget was jarenlang tijdens de Gentse Feesten te horen op het podium van Het Waterhuis aan de Bierkant.


Tot zijn 87ste stond hij op het podium, met optredens die tot vier uur konden duren.

Freddy Saget kwam verleden jaar te overlijden in mei 2021.(foto uit eigen verzameling, De Gentenaar en info met dank aan Ronny De Schepper)

Mijn overgrootvader Joseph Stepman (vader van mijn marraine) was lid van het orkest van Gus Saget

45 jaar geleden, Gaston en Leo, eigenlijk zijn wij tobbers (De Post juni 1977)

Gisteren nog vandaag

Gisteren nog vandaag

Gisteren nog vandaag

45 jaar geleden, Gaston en Leo, eigenlijk zijn wij tobbers (De Post juni 1977)

45 jaar geleden, Gaston en Leo, eigenlijk zijn wij tobbers (De Post juni 1977)

45 jaar geleden, Gaston en Leo, eigenlijk zijn wij tobbers (De Post juni 1977)

40 jaar geleden, wat doe je met de eindejaarsfeesten (Connie Neefs, Gaston Berghmans, Rita Deneve, Leo Martin en Marc Dex, Story 11 december 1981)

40 jaar geleden, wat doe je met de eindejaarsfeesten (Connie Neefs, Gaston Berghmans, Rita Deneve, Leo Martin en Marc Dex, Story 11 december 1981)